8.3 stikstof kringloop

Leerdoelen
  • Wat is de stikstofkringloop en hoe lees je die af in de BINAS (93G)
  • Wat is groenbemesting?
  • Wat is eutrofiëring?
Begrippen
  • Stikstofkringloop
  • Kunstmest
  • Eutrofiering
  • Rotting
  • Ammonificatie
  • Nitrificatie
  • Chemosynthese
  • Chemo-autotroof
  • Uitspoeling 
  • Denitrificerende bacteriën
  • Anaerobe
  • Groenbemesting
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen
  • Wat is de stikstofkringloop en hoe lees je die af in de BINAS (93G)
  • Wat is groenbemesting?
  • Wat is eutrofiëring?
Begrippen
  • Stikstofkringloop
  • Kunstmest
  • Eutrofiering
  • Rotting
  • Ammonificatie
  • Nitrificatie
  • Chemosynthese
  • Chemo-autotroof
  • Uitspoeling 
  • Denitrificerende bacteriën
  • Anaerobe
  • Groenbemesting

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Maar eerst...
 Oefenen met de koolstofkringloop

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Eten van energierijk plantaardig voedsel

Dissimilatie door dieren

Afbreken van dode dieren door schimmels en bacteriën
Vorming van fossiele brandstoffen

Dissimilatie door schimmels en bacteriën

Fotosynthese

(Voortgezette) assimilatie door planten

Verbranding van fossiele brandstoffen

Afbreken van dode planten door schimmels en bacteriën
Sleep de nummers naar de juiste zin in de tabel:
1
2
3
4
5
6
7
8
9

Slide 6 - Question de remorquage

Is de CO2 afgifte door de lichamen van alle mensen samen per jaar kleiner dan, ongeveer gelijk aan of groter dan het CO2 verbruik van alle producenten samen in de koolstofkringloop?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Miljoenen jaren geleden werden koolstofatomen geassimileerd en daarna vastgelegd in fossiele brandstoffen. Een koolstofatoom uit een fossiele brandstof kan zich nu in een eiwitmolecuul in jouw lichaam bevinden.
Neem de afbeelding op de vorige pagina over en geef de kortste route aan - vanaf het compartiment van de organismen die koolstof assimileren, tot aan het compartiment dat jouw lichaam weergeeft waarlangs het koolstofatoom in jouw lichaam terecht kan zijn gekomen.

Slide 9 - Question ouverte

Uit metingen blijkt dat het CO2 gehalte in de dampkring in de laatste 150 jaar met ongeveer 25% is toegenomen (van 0.028% tot 0.036%). De absolute toename van CO2 (ongeveer 500 miljard ton) is geringer dan de geschatte totale CO2 produktie bij verbranding van fossiele brandstoffen in die 150 jaar.

Blijkbaar is de hoeveelheid CO2 die per dag uit de dampkring verdwijnt, ook gestegen. Bekijk Binas 93F, door welke twee processen verdwijnt CO2 uit de dampkring?

Slide 10 - Question ouverte

Leg uit waardoor de CO2 uitstoot bij verbranding van fossiele brandstoffen een oorzaak is van de stijging van het gemiddelde CO2 gehalte van de dampkring.

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Vidéo

Stikstof (N2) Is een stof die niet reageert met andere stoffen. Een plant of dier heeft er dan ook niets aan. N2 blijft N2.
Alleen met geweld (bliksem, hitte in een motor) bindt N2 aan zuurstof. 
Of door sommige bacteriën bindt N2 aan waterstof. 
Ammoniak (NH3) en ammonium (NH4+) zijn eigenlijk twee toestanden van dezelfde stof. 
Als ammoniak oplost, pikt het een H+ van water zodat NH4+ ontstaat. Als ammonium de lucht in gaat, wordt het weer NH3. 
Nitriet bestaat maar heel kort in de natuur, omdat de reactie tot nitraat heel snel gaat. Dat is goed, want nitriet is giftig.
Deze NH3 zit binnenin een plant. Het wordt meteen gebruikt door de plant om er N-bevattende organische stoffen van te maken. Deze NH3 komt dus niet in de grond terecht. De andere NH3 wel.
Stikstofassimilatie is gewoon assmilatie met stikstof. Assimilatie = opbouw van grotere moleculen uit kleinere moleculen. Dus bv. opbouw van aminozuren uit nitraat (en glucose)
Besteed even een paar minuutjes aan het doornemen van de stikstofkringloop in je eigen BINAS 93F . 
De meeste onduidelijkheden vind je hiernaast toegelicht.

Hoe kan er 'N' verdwijnen uit de bodem?
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is

Slide 20 - Diapositive

Wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat

Slide 21 - Quiz

Welke N-rijke stof zit er in koeienpoep?
A
ureum
B
nitraat
C
eiwit

Slide 22 - Quiz

Welke N-rijke stof zit er in urine van koeien?
A
ammoniak
B
nitriet
C
nitraat
D
ureum

Slide 23 - Quiz

Hoe kan 'N' verdwijnen uit eenvoudige stikstofkringloop?
A
planten nemen het op
B
vervluchtiging en denitrificatie
C
omzetting in nitriet en nitraat

Slide 24 - Quiz

Waarom groeien planten beter door bemesting met koeienmest?

Slide 25 - Question ouverte

Stikstofkringloop (Binas tabel 93G)
Aeroob
Anaeroob
Niet te achterhalen met Binas
Denitrificatie
Ammonificatie
Deammonificatie
Bacteriële stikstoffixatie
Fotochemische stikstoffixatie
Stikstofassimilatie
Nitrificatie
Dissimilatie

Slide 26 - Question de remorquage

Slide 27 - Diapositive

Wat is groenbemesting?
A
Kunstmest strooien op het land
B
Natuurlijke mest strooien op het land
C
Bemesten door middel van knolletjesbacterien
D
Bemesten met groene planten

Slide 28 - Quiz

Sommige planten hebben bij hun wortels knolletjes met stikstofbindende bacterie die N2 uit de lucht omzetten in ammonium NH4+
  • definitie monocultuur kennen
  • voor- en nadelen van monoculturen kunnen noemen

Slide 29 - Diapositive

Groenbemesting
Bij groenbemesting wordt klaver op stikstofarme grond geteeld, waarna deze omgeploegd wordt. Vlinderbloemigen leeft in symbiose met stikstofbindende bacteriën, waardoor extra stikstof in de bodem komt. Door om te ploegen, blijft de stikstof beschikbaar voor nieuwe planten. 

Als planten geoogst worden, wordt de stikstof die als eiwitten aanwezig zijn in de plant onttrokken aan de bodem. De kringloop wordt onderbroken.

Slide 30 - Diapositive

Hoe werkt groenbemesting?

Slide 31 - Diapositive

Land bemesten via groenbemesting heeft een aantal stappen, zet in de juiste volgorde
1. boer spit de planten met knolletjesbacterie onder
2. knolletjesbacterie bindt N2 uit de lucht en maakt NH4+ (ammonificatie)
3. bacterie in bodem maakt nitraat
4. gewas kan goed groeien door opname van nitraat
A
1-2-3-4
B
3-4-1-2
C
2-1-3-4

Slide 32 - Quiz

veel mensen halen in de herfst bladeren uit hun tuin. Wat voor een effect heeft dit op de stikstofkringloop?

Slide 33 - Diapositive

Welk effect heeft het weghalen van de bladeren voor de stikstofkringloop?

Slide 34 - Question ouverte

Ook vleesetende planten komen voor op een voedselarme bodem. Welke stikstofbron gebruiken zij?

Slide 35 - Question ouverte

Eutrofiëring

Slide 36 - Diapositive

Eutrofiering
In de zomer sterven soms massaal veel vissen. Oorzaak?
  • Door te veel meststoffen groeien algen te snel en dekken de sloot af (met name N en P)
  • De andere waterplanten krijgen te weinig licht en sterven.
  • dode planten worden afgebroken door.....: de reducenten
  • En die gebruiken heel veel zuurstof en dan......
  • geen zuurstof voor de vissen dus vissterfte

Slide 37 - Diapositive

Eutrofiëring

Slide 38 - Diapositive

Gevolg eutrofiëring
Oorzaak eutrofiëring

Slide 39 - Question de remorquage

teveel stikstof op het land
Overwoekering door snel groeiende planten (bijv braam, brandnetel, gras)
Soorten die juist aangepast zijn aan voedselarme bodems verdwijnen 
Vergrassing van heide, stuifzand
Geen variatie in vegetatie --> dieren verdwijnen

Slide 40 - Diapositive

Huiswerk
Op biologiepagina.nl, havo 4, ecosystemen en evenwichten:
uitlegvideo's, schema's, PP's over de N-Kringloop en eutrofiering. 
Bestudeer deze! 
Maak de opdrachten van par. 8.4

Slide 41 - Diapositive

Nog twee afsluitende vragen te gaan!

Slide 42 - Diapositive

moeilijkste term van deze les?

Slide 43 - Carte mentale

Welke vraag heb je nog voor de volgende les?

Slide 44 - Question ouverte

Welke nieuwe termen heb je geleerd deze les?

Slide 45 - Question ouverte