Chapitre 4: taak

La mode et les vêtements
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

La mode et les vêtements

Slide 1 - Diapositive

Extra controle weektaak: 1) welke paragrafen heb je af? 2) Heb je Test jezelf en 3) oefentoets gemaakt? 4) In werkboek of online?

Slide 2 - Carte mentale

Qu'est-ce que nous allons faire?
  • Weektaak: taak défilé de mode
  • Vrijdag inleveren voor 17.00 uur

Slide 3 - Diapositive

Défilé de mode: décris ton idole
  • Jouw idool loopt mee met een modeshow en jij presenteren. 
  • Je maakt voor de opdracht een spreekkaartje met 10 zinnen
  • Je stuurt een filmpje op waarop te horen en te zien is hoe je jouw idool presenteert. 
  • De opdracht telt 2x mee. 

Slide 4 - Diapositive

Défilé de mode: décris ton idole
  • Jouw idool loopt mee met een modeshow en jij presenteren. 
  • Je maakt voor de opdracht een spreekkaartje met 10 zinnen
  • Je stuurt een filmpje op waarop te horen en te zien is hoe je jouw idool presenteert. 
  • De opdracht telt 2x mee. 

Slide 5 - Diapositive

Qui est ton idole?

Slide 6 - Question ouverte

Par exemple: Angèle
  • Jouw idool loopt mee met een modeshow en jij presenteren. 
  • Je maakt voor de opdracht een spreekkaartje met 10 zinnen
  • Je stuurt een filmpje op waarop te horen en te zien is hoe je jouw idool presenteert. 
  • De opdracht telt 2x mee. 

Slide 7 - Diapositive

Angèle
  1. Je vous présente Angèle, chanteuse belge.
  2. Elle vous montre son style chic.
  3. C'est très à la mode.
  4. Elle a les cheveux blondes lâchés.
  5. Elle porte un tailleur à carreaux noir et gris.
  6. Au dessous, elle a un bustier noir.
  7. Elle vous montre les petits talons noirs .
  8. Et avec ça, elle porte des petites chaussettes blanches.
  9. Pour finir, elle porte plusieurs collier 
  10. de perles et elle a des lunettes à soleils

Slide 8 - Diapositive

Mbappé: Qu'est-ce qu'il porte?

Slide 9 - Carte mentale

Aya Nakamura: Qu'est-ce qu'elle porte?

Slide 10 - Carte mentale

Bijvoeglijk naamwoord in het Frans: 1) de vorm
enkelvoud
meervoud
mannelijk
le jean bleu
les jeans bleus
vrouwelijk
la robe bleue
les robes bleues

Slide 11 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord in het Frans: 1) de plek
Het bijvoeglijk naamwoord staat achter het zelfstandig naamwoord:

Le jean bleu, la robe rouge, les chaussures vertes

Slide 12 - Diapositive

Hoe zeg je: Hij draagt een rode broek?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe zeg je: Zij draagt een blauwe jurk?

Slide 14 - Question ouverte

Hoe zeg je: Haar trui is zwart?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Hoe zeg je: Zijn broek is groen.

Slide 19 - Question ouverte

Hoe zeg je: Zij heeft een rode jurk.

Slide 20 - Question ouverte

Qu'est-ce que tu portes aujourd'hui? Répondez en français! Stuur er ook een foto bij

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Lien

Wat moet je deze week doen?

Slide 23 - Carte mentale

Slide 24 - Vidéo