5 toets voorbereiding

Deze les een herhaling van hoofdstuk 5 als voorbereiding voor de toets.
Toets woensdag 23 mei
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Deze les een herhaling van hoofdstuk 5 als voorbereiding voor de toets.
Toets woensdag 23 mei

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
  • Begrippen hoofdstuk 5 kennen
  •  Kunnen rekenen met BTW
  • De winst uit kunnen rekenen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aanbod
Alles wat wordt aangeboden aan goederen of diensten door bijvoorbeeld fabrikanten, webshops, kappers, winkels.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie zorgen er voor aanbod van goederen en diensten op de markt?
A
Klanten
B
Consumenten
C
Fabrikanten

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag
Dat gaat over alles wat consumenten willen kopen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar is tijdens de vakantie de meeste vraag naar?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Brutowinstopslag
Het bedrag dat de winkelier bij de inkoopprijs optelt, is de brutowinstopslag. Dit noem je ook wel de brutowinstmarge.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Karim verkoopt horloges. Zijn inkoopprijs is € 80,-. Hij heeft een brutowinstopslag van 50% bedacht. Wat wordt de verkoopprijs van deze horloges?
A
€ 80,-
B
€ 120,-
C
€ 130,-
D
€ 150,-

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De inkoopprijs van een parasol is € 12.
De brutowinstopslag is 40%.
Bereken de brutowinstopslag.

Slide 9 - Question ouverte

12 : 100 x 40 = € 4,40
BTW berekenen
Prijs exclusief BTW : 100 x btw percentage = BTW bedrag

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken de BTW. Een Sony koptelefoon kost zonder BTW € 330,00. Het BTW percentage is 21%. Hoeveel BTW komt erbij voor de consument?

Slide 11 - Question ouverte

330 : 100 x 21 = €69,30

Slide 12 - Diapositive

Leerlingen deze berekening achter in het economie lesboek achter in het boek laten overnemen.
Karim heeft € 12.000,- omzet met zijn horloge shop. Zijn inkoopwaarde was € 8.000,-. Karim had € 2.000,- bedrijfskosten.
Wat is zijn nettowinst?
A
€ 8.000,-
B
€ 4.000,-
C
€ 2.000,-
D
€ 1.000,-

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Omzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettowinst
€ 12.000
€ 8.000      -
€ 4.000
€ 2.000      -
€ 2.000

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen:

Kunnen rekenen met BTW
De winst uit kunnen rekenen 
Toets woensdag 23 mei

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de oefentoets en de herlalingsopgaven vanaf bladzijde 38.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions