24/25 na vakantie of oefening voor toets

24/25 na vakantie of oefening voor toets
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

24/25 na vakantie of oefening voor toets

Slide 1 - Diapositive

jullie gaan stampen!

Tip: 
- kijk eerst goed naar (on)regelmatigheden 
- schrijf het rijtje op in je schrift om te kijken wat je al weet
- vul het aan met een andere kleur pen
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

pouvoir betekent mogen en kunnen
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Ik kan
jij kunt
Hij, zij, men kan
Wij kunnen
jullie kunnen
u kunt
zij kunnen
... pouvons
... pouvez
tu peux
.... peut
...peuvent
je peux

Slide 4 - Question de remorquage

je (kunnen)
A
tu peu
B
tu peut
C
tu peux

Slide 5 - Quiz

Voer de juiste vorm van pouvoir in:
Ta copine ______________ (présent)

Slide 6 - Question ouverte

Voer de juiste vorm van pouvoir in:
Vous __________

Slide 7 - Question ouverte

Voer de juiste vorm van pouvoir in:
Mes frères __________

Slide 8 - Question ouverte

Voer de juiste vorm van pouvoir in:
Tu ______________ (passé composé)

Slide 9 - Question ouverte

Voer de juiste vorm van pouvoir in:
les garçons ______________ (passé composé)

Slide 10 - Question ouverte

Voer de juiste vorm van pouvoir in:
Marie__________(passé composé)

Slide 11 - Question ouverte

BBBB
Je vindt onze muziek leuk, ik veet het zeker.
Tu aimes notre musique, j'en suis sûr.

Slide 12 - Diapositive

Brein - Boek - Buur - Baas
Wij zijn broer en zus en we zijn 12 en 14 jaar.
Nous sommes frère et sœur et nous avons 12 et 14 ans.


Muziek spelen is onze passie.
Jouer de la musique est notre passion.


Slide 13 - Diapositive

Faire - fait
ik heb muziek gemaakt
J'ai fait de la musique

Ik heb tennis gedaan in Delft
J'ai fait du tennis à Delft

Slide 14 - Diapositive

pouvoir - pu

Ik heb gekund het toernooi winnen 
J'ai pu gagner le tournoi



Slide 15 - Diapositive

Jeu: werkwoorden faire et pouvoir
persoons
vorm
hulpwerkwoord
voltooid
deelwoord

Slide 16 - Diapositive

Jeu: werkwoorden faire et avoir
Voorbeeld: Ik heb gemaakt

Slide 17 - Diapositive

Jeu: werkwoorden 
Voorbeeld
j'
ai
fait
!!

Slide 18 - Diapositive

Jeu: werkwoorden faire et pouvoir

Hij heeft gemaakt

Slide 19 - Diapositive

Jeu: antwoord

Hij heeft gemaakt
il
a
fait

Slide 20 - Diapositive

Jeu: werkwoorden faire et pouvoir

Zij heeft gekund

Slide 21 - Diapositive

Jeu: réponse
Elle
a
pu

Slide 22 - Diapositive

Jeu: werkwoorden faire et pouvoir

Jij hebt gemaakt

Slide 23 - Diapositive

Jeu: réponse
tu
as
fait

Slide 24 - Diapositive

Jeu: werkwoorden faire et pouvoir

Zij hebben gedaan

Slide 25 - Diapositive

Jeu: antwoord
ils
ont
fait

Slide 26 - Diapositive

Jeu: werkwoorden faire et pouvoir

U heeft gekund

Slide 27 - Diapositive

Jeu: antwoord
vous
avez
pu

Slide 28 - Diapositive

Jeu: werkwoorden faire et pouvoir

Ik heb gekund

Slide 29 - Diapositive

Jeu: antwoord
j'
ai
pu
!!

Slide 30 - Diapositive

Jeu: werkwoorden faire et pouvoir

Wij hebben gedaan

Slide 31 - Diapositive

Jeu: antwoord
nous
avons
fait

Slide 32 - Diapositive

Évaluation
Is de passé composé duidelijker geworden?


Slide 33 - Diapositive