Herhaling chapitre 1

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

1HV Herhaling chapitre 1

Vocabulaire | phrases-clés | grammaire

wij spelen

vandaag

het meisje

de jongen

morgen

het zwembad

de tuin

la fille

demain

le garçon

la piscine

le jardin

on joue

aujourd'hui

Hallo, hoe gaat het?

Het gaat goed, en met jou?

Ik heet Roos.

Ik woon in Weesp.

Wat is dat?

Heb je een zus?

Hoe oud is hij?

Wat is jouw telefoonnummer?

Geef antwoord: En jij, hoe oud ben jij?

5

14

18

Verander het lidwoord in un/une:
le jardin

1. un jardin
2. une jardin

Verander het lidwoord in un/une:
le truc

1. un truc
2. une truc

Verander het lidwoord in un/une:
la photo

1. un photo
2. une photo

Verander het lidwoord in un/une:
la fille

1. un fille
2. une fille

Verander het lidwoord in le/la/les:
de katten

1. le chats
2. les chats
3. la chats

Verander het lidwoord in le/la/les:
un problème

1. le problème
2. la problème
3. les problèmes

Verander het lidwoord in le/la/les:
un message

1. la message
2. le message
3. les messages

ik heb

1. j'ai
2. je ai
3. j'as

jullie hebben

1. vous avez
2. nous avons

hij heeft

jij hebt

avoir

=

 hebben

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

tu

je/j'

as

avez

a

ai

ont

avons

La fin!

• Leer op Quizlet de voca + phrases-clés
• Leer op slim stampen de grammaire (en voca + phrases-clés)
• Leer uit je boek (einde hoofdstuk)