De Watersnoodramp: Een tragedie in Nederlandse geschiedenis

De Watersnoodramp: Een tragedie in Nederlandse geschiedenis

Doel van de les

Aan het einde van deze les zul je meer te weten komen over de Watersnoodramp in Nederland en hoe het land zich heeft hersteld van deze tragedie.

Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.

Wat weet jij al over de Watersnoodramp die in Nederland plaatsvond?

Wat veroorzaakte de ramp?

Op 1 februari 1953 veroorzaakte een zware stormvloed de ramp die tot op de dag van vandaag bekend staat als de Watersnoodramp.

Geef de studenten een korte achtergrond van de gebeurtenis.

Hoeveel mensen waren getroffen?

De ramp trof bijna 18% van het Nederlandse grondgebied en meer dan 1.800 mensen kwamen om het leven.

Laat de studenten weten hoe groot de impact van de ramp was.

De gevolgen van de ramp

De Watersnoodramp zorgde voor enorme materiële schade, waaronder beschadigde huizen, wegen en bruggen.

Beschrijf de gevolgen van de ramp en de schade die het veroorzaakte.

Hoe werd Nederland herbouwd?

Nederland werd herbouwd met behulp van internationale hulp, zoals geld en materialen uit het Marshallplan.

Leg uit hoe Nederland zichzelf heeft kunnen herstellen na de ramp.

De Deltawerken

Als reactie op de ramp werden de Deltawerken gebouwd om de kustlijn van Nederland te beschermen tegen toekomstige overstromingen.

Vertel de studenten over de Deltawerken en hoe ze tot stand kwamen.

Watersnoodramp in de media

De Watersnoodramp kreeg internationaal veel aandacht en werd gedocumenteerd in kranten en televisieshows over de hele wereld.

Laat de studenten zien hoe de ramp werd beschreven in de media.

Lessen geleerd

De Watersnoodramp was een tragedie, maar heeft geleid tot de ontwikkeling van nieuwe technologieën en systemen die toekomstige overstromingen kunnen voorkomen.

Leg uit welke lessen we kunnen leren van de Watersnoodramp.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.