Voorraadbeheer en goederenontvangst 1

Voorraadbeheer en goederenontvangst
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Voorraadbeheer en goederenontvangst

Slide 1 - Diapositive

deze les gaat over voorraadbeheer en opslagmethodes.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud les 2
Herhaling les 1
Je kan inventariseren
Je kan een bestelling plaatsen
Je weet wat T.HT. betekent
Je weet wat T.G.T. betekent
Je weet wat U.V.D. betekent
Je weet wat SKU betekent
Je weet wat een barcode is

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WAT MOET JE KUNNEN ALS HELPENDE?




Controleren:

1. Voorraad  
(bijvoorbeeld checken of er nog genoeg luiers in de kast liggen.)

2. Houdbaarheid van de goederen 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ik oefen op mijn stage of werk al met voorraadbeheer
ja
nee
weet ik niet
mag ik nog niet

Slide 5 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef eens een voorbeeld van voorraadbeheer.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorraadbeheer
Helpende zorg en welzijn

Sluit aan bij examen B1-K1-W5 Assisteert bij voorraadbeheer

( Denk aan: Toilet- of verzorginsartikelen, incontinentiemateriaal, wasgoed, keukenvoorraad, materiaal voor activiteiten, vervangingsmaterialen)


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we artikelen zoals koffie, luiers, medicijnen die op voorraad liggen?
A
Producten
B
Spullen
C
Goederen
D
Dozen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Augustine wil graag aardbeien eten, maar de LIDL heeft geen aardbeien meer. Hij koopt ze bij de AH.
WAT IS HIER AAN DE HAND BIJ DE LIDL?
A
TEVEEL VOORRAAD
B
TE WEINIG VOORRAAD
C
T.G.T IS VOORBIJ
D
HIJ HEEFT NIET GOED NAAR T.H.T. GEKEKEN

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het niet goed om teveel van een bepaald product op voorraad te hebben?
A
Producten kunnen bederven
B
Dan hebben mensen teveel keus
C
Omdat werknemers dan harder moeten werken
D
Kost ruimte en ruimte kost geld

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we het tellen van de voorraad ook wel?
A
Uitrekenen
B
Observeren
C
Verzamelen
D
Inventariseren

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een WMS?
A
online voorraadsysteem
B
een warenhuisverkoper
C
de supermarkt voorraad
D
een magazijnmedewerker

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke datum was de
minimumvoorraad
bereikt
bij dit bedrijf?
A
5 januari
B
1 februari
C
15 maart
D
1 maart

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkelijke voorraad
Administratieve voorraad

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een bestelbon en een orderbevestiging
A
Een bestelbon vul je zelf in, een orderbevestiging komt van de leverancier
B
Een bestelbon wordt door de leverancier ingevuld
C
Een orderbevestiging stuur je zelf naar de leverancier
D
Op een bestelbon staan de goederen die je gaat ontvangen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Etiketten

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BARCODE EN SKU


  • SKU (= SJKOE): is leesbaar door een mens
  • BARCODE: leesbaar door een machine

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BARCODE

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een barcode en een SKU-code?
A
Barcode wordt gelezen door een mens, SKU door machine
B
Barcode wordt gelezen door een machine, SKU door een mens
C
Barcode is een cijfer/lettercode
D
SKU is alleen een cijfercode

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

T.G.T.


TE GEBRUIKEN TOT
T.H.T.


TEN MINSTE HOUDBAAR TOT

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedselverspilling 
33 kilo per persoon in Nederland
9% van ons gekochte eten
140 euro
590 miljoen 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

UVD
Uiterste VerkoopDatum 
Goederen die over de datum zijn mag een winkel niet meer verkopen.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kunt het product nog gebruiken na deze datum als het nog goed proeft/ruikt
Je kunt het product tot en met deze datum gebruiken

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

DE UVD van het brood in de winkel staat op 25 september. Mag een winkel het brood nog verkopen op 26 september?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste datum?
3 februari 2003
A
03-03-02
B
02-03-03
C
03-03-03
D
03-02-03

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

T.G.T.
Te Gebruiken Tot wordt vooral gebruikt bij lang houdbare producten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Producten met T.H.T. kunnen na de datum nog gegeten worden als je kijkt, ruikt, en proeft
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Goederen 
ontvangen, controleren en opslaan

  • pakbon
  • vrachtbrief
  • magazijn

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

open magazijn
gesloten magazijn

Slide 35 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Opslagmethode
  • niet op de vloer
  • gebruik stellingkast of pallet
  • geen hoge stapels
  • etiketten leesbaar plaatsen
  • houdt magazijn schoon en opgeruimd 

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Levensmiddelen

F.i.f.o.

bewaren bij: 
  • kamertemperatuur: koel en droog 
  •  koelkast/koeling: max. 7°C 
  •  vriezer/vriesvak: min. -18°C

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

waar bewaar je macaroni, gedroogde rozijnen en koekjes?
A
koeling
B
magazijn
C
voorraadkast
D
diepvriezer

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

waar bewaar je een product dat in de winkel in de koeling ligt?
A
koelkast
B
magazijn
C
voorraadkast
D
diepvriezer

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het vriesvak?
A
diepvriezer
B
een deel van de koelkast waar het kouder is dan 0°C
C
een apart deel onder of boven de koelkast

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

VOLGENDE WEEK
Besmetting en hygiëne van de omgeving

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afronding 

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen? 

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions