Hoofdstuk 6. Je groene omgeving - Paragraaf 6.1 Organismen indelen

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen vandaag:

- Start nieuwe hoofdstuk 

6.1 Organismen indelen

- Je leert dat je organismen indeelt in vier groepen;

- Je leert hoe je de naam van een plant of dier kunt opzoeken;

- Je leert ook dat elke soort een eigen leefomgeving heeft.

Ordenen

Als je dingen bij elkaar zoekt die bij elkaar horen heet dat ORDENEN

Wat kun je ordenen?

- Je kamer

- Je stripboeken

- Voetbalplaatjes

- CD’s

- Etc.

Indelen organismen

Organismen zijn ingedeeld in vier groepen (de rijken)

1. Planten

2. Schimmels

3. Dieren en mensen

4. Bacteriën

Verschillen op cel-niveau

Onderverdeling rijken

De vier rijken zijn weer onderverdeeld:

→ rijk

      → afdeling

            → klasse

                  → orde

                        → familie

                              → geslacht

                                         → soort

Determineren

Determineren is het opzoeken van de naam van een organisme.

- Zoekkaart;

- Determinatietabel;

- App op een computer of een smartphone.

Bij determineren beantwoord je vragen over de kenmerken van een organisme.  

HW Opdracht

• Vind thuis (tuin of in je wijk) 2 organismen
• Maak een foto en determineer ze met
  de app Obsidentify

HW Opdracht

• Vind thuis (tuin of in je wijk) 2 organismen
• Maak een foto en determineer ze met de app Obsidentify
  
  

• Schrijf de wetenschappelijke naam op voor volgende les
  

Welke wetenschappelijke
namen heb je gevonden?
(Los invullen)

Hoe krijgen organismen hun naam?

Elk soort heeft een wetenschappelijke naam. 

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam is de geslachtsnaam.

Het tweede deel is de soortaanduiding.

Carl Linnaeus (1707 – 1778)

Grondlegger taxonomie – wetenschappelijke indeling van soorten/ wetenschappelijke naam/ Op uiterlijke kenmerken

Hoe krijgen organismen hun naam?

Elk soort heeft een wetenschappelijke naam. 

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam is de geslachtsnaam.

Het tweede deel is de soortaanduiding.

Wetenschappelijke naam

De soortnaam bestaat uit de geslachtsnaam en de soortaanduiding.

De geslachtsnaam schrijf je met een hoofdletter, de soortaanduiding met een kleine letter.

- Gorilla gorilla

- Boa constrictor

- Mus musculus

Wetenschappelijke naam

Organismen zijn van dezelfde soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

Eigen leefgebied

Het leefgebied van een organisme heet een biotoop.

De leefomstandigheden in een biotoop zijn precies goed voor de organismen die er leven.

Invloeden op organismen

Biotische invloeden zijn omstandigheden uit de levende natuur.

Voorbeelden: roofvijanden, voedsel.

Abiotische invloeden zijn omstandigheden uit de niet-levende natuur.

Voorbeelden: temperatuur, hoeveelheid licht.

Aan het werk

Hoofdstuk 6. Je groene omgeving

Paragraaf 6.1 Naast je deur

Maken opdracht 1 t/m 18

+ 

Paragraaf 6.2 Biotoop onder de loep

Maken opdracht 1 t/m 22

BEN JE KLAAR?

Oefenen op www.biologiepagina.nl