A1D - 22 maart 2022

Werkwoorden

Hoofdstuk 3 - Spelling
A1D
22 maart 2022
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Werkwoorden

Hoofdstuk 3 - Spelling
A1D
22 maart 2022

Slide 1 - Diapositive

Opening
Leerlingen stromen het lokaal binnen.

2 minuten
Wat gaan we vandaag doen?
Huiswerk voor vandaag
  • Trainen en extra opdrachten online maken (8B)

Planning van vandaag
  • Instructie H3 - Spelling werkwoorden
  • Maken startopdracht
  • Aan de slag!


    Slide 2 - Diapositive

    Wat gaan we vandaag doen?
    Doornemen van de lesopbouw en lesdoelen.

    2 minuten.
    Wat gaan we vandaag doen?
    Aan het einde van deze les...
    • ... kan ik sterke werkwoorden in de verleden tijd juist spellen.


      Slide 3 - Diapositive

      Wat gaan we vandaag doen?
      Doornemen van de lesopbouw en lesdoelen.

      2 minuten.
      Weet je nog...?
      • Je hebt sterke en zwakke werkwoorden.
      • Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank. 

      • Enkelvoud: ik-vorm (tt) + -te of -de
      • Meervoud: ik vorm (tt) + -ten of -den
      • 't Kofschiptaxietje
      • Ik printte - wij printten

      Slide 4 - Diapositive

      Instructie
      8 minuten
      Verleden tijd - Sterk werkwoord
      • Sterke werkwoorden veranderen wel van klank in de verleden tijd.

      • Ik doe - ik deed
      • Zij loopt - zij liep
      • Wij schrijven - wij schreven
      • Hij koopt - hij kocht


        Slide 5 - Diapositive

        Instructie
        8 minuten
        Verleden tijd - Sterk werkwoord
        • Je schrijft de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd (pvvt) zo kort en eenvoudig mogelijk.

        Slide 6 - Diapositive

        Instructie
        8 minuten
        Verleden tijd - Sterk werkwoord
        • Gebruik geen dubbele letters, tenzij dat nodig is voor de uitspraak.

                 Fluiten - floten
                 Vechten - vochten

        • Maar wel: klimmen - klommen (klomen)


        Slide 7 - Diapositive

        Instructie
        8 minuten
        Verleden tijd - Sterk werkwoord
        • Eindigt het woord op een -d of een -t?
        • Gebruik de verlengproef!

                 Snijden - hij sneed - zij sneden
                 Bijten - hij beet - zij beten

        Slide 8 - Diapositive

        Instructie
        8 minuten
        Wat is de verleden tijd van "vliegen"?

        Slide 9 - Question ouverte

        Controlevragen
        3 minuten
        Wat is de verleden tijd van "duiken"?
        A
        dook
        B
        dookten
        C
        dok
        D
        duikten

        Slide 10 - Quiz

        Controlevragen
        3 minuten
        Zet de zin "Ik geef mijn oma een kus." in de verleden tijd.

        Slide 11 - Question ouverte

        Controlevragen
        3 minuten
        Wat is de verleden tijd van "trekken"?
        A
        trekten
        B
        trokken
        C
        trokten
        D
        troken

        Slide 12 - Quiz

        Controlevragen
        3 minuten
        Aan de slag!
        Je maakt de startopdracht van H3 - Spelling.
        Je gebruikt je boek (p.96-97) en je schrijft in je schrift.
        Je maakt deze opdracht alleen. Ik loop rond voor vragen.
        5 minuten.
        Je hebt vier foute werkwoorden gevonden en ze juist gespeld.
        Begin vast met je huiswerk: opdracht 1 t/m 4.
        timer
        5:00

        Slide 13 - Diapositive

        Aan de slag!
        Leerlingen gaan aan de slag met de startopdracht.

        20 minuten
        Nakijken: Startopdracht
        Nederlands moeilijk te leren?
        Laatst ging ik vliegen, dus zeg ik ‘vloog’.
        Maar zeg nou bij wiegen beslist niet: ik woog, 
        want woog is nog altijd afkomstig van wegen, 
        maar is dan ‘ik voog’ een vervoeging van vegen? 
        Wat hoort er bij ‘zoeken’? Jazeker, ik zocht, 
        en zegt u bij vloeken dus logisch: ik vlocht? 
        Welnee, beste mensen, want vlocht komt van vlechten.
        En toch is ‘ik hocht’ niet afkomstig van hechten.

        Slide 14 - Diapositive

        Nakijken
        5 minuten
        Nakijken: Startopdracht
        Nederlands moeilijk te leren?
        Laatst ging ik vliegen, dus zeg ik ‘vloog’.
        Maar zeg nou bij wiegen beslist niet: ik woog
        want woog is nog altijd afkomstig van wegen, 
        maar is dan ‘ik voog’ een vervoeging van vegen? 
        Wat hoort er bij ‘zoeken’? Jazeker, ik zocht, 
        en zegt u bij vloeken dus logisch: ik vlocht
        Welnee, beste mensen, want vlocht komt van vlechten.
        En toch is ‘ik hocht’ niet afkomstig van hechten.

        Slide 15 - Diapositive

        Cet élément n'a pas d'instructions

        Nakijken: Startopdracht
        • Woog = wiegde
        • Voog = veegde
        • Vlocht = vloekte
        • Hocht = hechtte

        Slide 16 - Diapositive

        Introductie lesopbouw 
        Leerlingen worden eraan herinnerd wat er vandaag van hen werd verwacht (huiswerk) en wat zij verder deze les gaan doen. 
        Aan de slag!
        Je maakt opdracht 1 t/m 4 van H3 - Spelling.
        Je gebruikt je boek (p.96-97) en je schrijft in je schrift.
        Je maakt deze opdrachten alleen. Ik loop rond voor vragen.
        20 minuten.
        Je kunt de juiste vorm van de verleden tijd schrijven.
        Ga online trainen met H3 - Spelling werkwoorden.
        timer
        20:00

        Slide 17 - Diapositive

        Leerlingen worden aan de slag gezet door middel van een visueel WHHTUK-model.
        Wat is de verleden tijd van "Ik giet"?
        A
        Ik giette
        B
        Ik goot

        Slide 18 - Quiz

        Cet élément n'a pas d'instructions

        Wat is de verleden tijd van "hij schrijft"?
        A
        Hij schrijfte
        B
        Hij schrijfde
        C
        Hij schreefde
        D
        Hij schreef

        Slide 19 - Quiz

        Cet élément n'a pas d'instructions

        Afsluiting
        Doelen voor vandaag
                Ik kan werkwoorden in de verleden tijd juist spellen.



          Slide 20 - Diapositive

          Cet élément n'a pas d'instructions

          Afsluiting
          Let op!
          • Uiterlijk vrijdag 25 maart lever jij je bloemlezing in bij
                mevrouw Visser. 
          • Eerder mag natuurlijk altijd! 
          • Lees de opdracht zorgvuldig door en bekijk ook het
                beoordelingsmodel (zie studiewijzer) nog even goed!

            Slide 21 - Diapositive

            Cet élément n'a pas d'instructions

            Afsluiting
            Huiswerk
            • Maken H3 - Spelling werkwoorden, opdracht 1 t/m 4

            Volgende les (morgen)
            • Huiswerk nakijken
            • Vragenlijstje over mevrouw Odink invullen
            • Online trainen met H3 - Spelling


              Slide 22 - Diapositive

              Cet élément n'a pas d'instructions