Argumentatiestructuur

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Argumentatiestructuur

Standpunt

Argument 1

Subargument 1.1

Niet alle films zijn geschikt voor kinderen

Het is belangrijk dat de Kijkwijzer verplicht is

Kinderen kunnen het onderscheid nog niet maken tussen echt en fictie

Welke argumentatiestructuur was dit?

1. Afhankelijke nevenschikking
2. Onafhankelijke nevenschikking
3. Enkelvoudige argumentatie
4. Onderschikkende argumentatie

Standpunt

Argument 1.1a

Argument 1.1b

Ik val op grappig en klein

Ik heb echt niks met haar

Zij is groot en serieus

Welke argumentatiestructuur was dit?

1. Afhankelijke nevenschikking
2. Onafhankelijke nevenschikking
3. Enkelvoudige argumentatie
4. Onderschikkende argumentatie

Standpunt

Argument 1

Argument 2

Ik was in Italië

Ik was niet in Texas Steakhouse

Ik ben vegetariër

Welke argumentatiestructuur was dit?

1. Afhankelijke nevenschikking
2. Onafhankelijke nevenschikking
3. Enkelvoudige argumentatie
4. Onderschikkende argumentatie

Standpunt

Argument 1.1a

Argument 1.1b

Ik ga niet op kanopolo

Mijn zus doet aan kanopolo

Ik wil niet bij dezelfde vereniging als mijn zus

Welke argumentatiestructuur was dit?

1. Afhankelijke nevenschikking
2. Onafhankelijke nevenschikking
3. Enkelvoudige argumentatie
4. Onderschikkende argumentatie

Standpunt

Argument 1

Honden lijken net mensen

Honden zijn leuker dan katten

Welke argumentatiestructuur was dit?

1. Afhankelijke nevenschikking
2. Onafhankelijke nevenschikking
3. Enkelvoudige argumentatie
4. Onderschikkende argumentatie

Verzwegen argument

Om iemand te overtuigen bij een meningsverschil, geef je argumenten. Sommige argumenten worden niet uitgesproken, maar toch spelen ze een rol. Dit noem je verzwegen argumenten.

Wat is het argument?

Als je met iemand praat over voetballen, zou je het volgende argument kunnen gebruiken:

“Ik vind de Nederlandse voetbalcompetitie steeds oninteressanter worden. Er spelen meer buitenlanders in dan Nederlanders."

Feitelijk argument: Er spelen meer buitenlanders in de competitie dan Nederlanders.

Er is nog een argument van belang, zonder dat dit argument direct wordt uitgesproken. Toch is dit wel een duidelijk argument voor iedereen.

‘als er meer buitenlanders dan Nederlanders in de voetbalcompetitie spelen, dan vind ik deze niet interessant’. 

Je beweert dus eigenlijk dat iedere voetbalcompetitie waar meer buitenlanders in spelen dan Nederlanders, niet interessant is.

Als...dan

Een verzwegen argument heeft vaak een vaste formulering: 

‘Als (argument), dan (standpunt)’. 

Het verzwegen argument van de zin ‘Ik vond het een gemakkelijke toets; we wisten alle antwoorden al’ luidt: ‘Als je alle antwoorden al weet, is een toets gemakkelijk

Het verzwegen argument

Wat is het verzwegen argument in de volgende zinnen?

TIP: Gebruik Als....dan...

Onze minister-president is een goede premier, omdat hij laat zien dat hij boven de partijen staat.

Mensen zullen wel meer gaan autorijden, want de brandstof wordt steeds goedkoper.

Meer zakgeld krijg je niet: je zus kreeg destijds evenveel.

Iedereen zou evenveel belasting moeten betalen want bij de slager betalen we toch ook allemaal evenveel voor een karbonaadje?