Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Is voor verbranding altijd een brandstof nodig?
A
ja
B
nee
Slide 1 - Quiz
Wordt bij verbranding energie verbruikt?
A
ja
B
nee
Slide 2 - Quiz
Welke twee stoffen ontstaan bij verbranding? brandstof kaars koolstofdioxide water zuurstof
A
brandstof kaars
B
brandstof koolstofdioxide
C
water zuurstof
D
water koolstofdioxide
Slide 3 - Quiz
Is voor verbranding altijd zuurstof nodig
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quiz
Komt bij de verbranding van een kaars energie vrij?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
Welke twee stoffen worden omgezet bij verbranding?
A
kaars brandstof
B
brandstof zuurstof
C
water koolstofdioxide
D
water energie
Slide 6 - Quiz
De vlam van een kaars gaat uit na een lange tijd branden.
Waarom gaat de kaars uit?
De vlam van een kaars gaat uit na een lange tijd branden.
Waarom gaat de kaars uit?
De vlam van een kaars gaat uit na een lange tijd branden. Waarom gaat de kaars uit?
A
omdat de brandstof op is
B
omdat de energie op is
C
omdat de koolstofdioxide op is
D
omdat het water op is
Slide 7 - Quiz
Kun je koolstofdioxide aantonen met helder kalkwater?
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
Een auto staat in een gesloten garage. De motor staat aan en verbrandt benzine. Ook staat er een glas met helder kalkwater. Hoe ziet het heldere kalwater een uur later eruit nadat je het voorzichtig hebt geschud?
A
helder kalkwater is helder gebleven
B
helde kalkwater is troebel geworden
C
helder kalkwater is verdwenen
Slide 9 - Quiz
Wat is de indicator voor koolstofdioxide?
A
water
B
helder kalkwater
C
zuurstof
Slide 10 - Quiz
Hoe noem je een stof waarmee je een andere stof kunt aantonen?