Test H2&3

Test H2 & 3
De sollicitatieprocedure & kenmerken arbeidsovereenkomst
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
JuridischMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Test H2 & 3
De sollicitatieprocedure & kenmerken arbeidsovereenkomst

Slide 1 - Diapositive

Wat staat in de NVP Sollicitatiecode?
A
de basisregels voor een eerlijke en zorgvuldige sollicitatieprocedure
B
de basisregels voor werkgevers- en werknemersorganisaties

Slide 2 - Quiz

Is de sollicitatiecode een wet?
A
De sollicitatiecode is een wet
B
De sollicitatiecode is geen wet

Slide 3 - Quiz

De NVP Sollicitatieprocedure is geen wet. Daarom is het niet mogelijk om bij onzorgvuldigheid en oneerlijkheid bij een sollicitatieprocedure een klacht in te dienen.
A
Deze stelling is juist
B
Deze stelling is onjuist

Slide 4 - Quiz

Een bedrijf mag alleen met jouw toestemming informatie over jou bij een oude werkgever opvragen.
A
Dit is juist
B
Dit is onjuist

Slide 5 - Quiz

Waar maakt een werkgever die achter de rug van de sollicitant informatie inwint bij de oude werkgever zich schuldig aan?
A
een strafbaar feit
B
onzorgvuldig gedrag

Slide 6 - Quiz

Bij wie kan een sollicitant die vindt dat hij ongelijk behandeld wordt terecht?
A
bij de klachtencommissie van de NVP Sollicitatiecode
B
bij het College voor de Rechten van de Mens

Slide 7 - Quiz

Wat is de taak van het College voor de Rechten van de Mens?
A
Het College voor de Rechten van de Mens onderzoekt ingediende zaken en oordeelt daarover.
B
Het College voor de Rechten van de Mens onderzoekt ingediende zaken en legt deze aan de rechter voor.

Slide 8 - Quiz

Mag de werkgever tijdens de sollicitatieprocedure vragen stellen over de gezondheid van de sollicitant?
A
Nee, dat is verboden.
B
Ja, dat mag wel als dat nodig is voor de uitvoering van de functie.

Slide 9 - Quiz

Wat houdt een gezagsrelatie in?
A
De werkgever geeft aanwijzingen over de uitvoering van het werk en de tijden waarop de uitvoering dient plaats te vinden..
B
De werkgever geeft alleen aanwijzingen over de uitvoering van het werk, de werktijden kunnen zelf ingevuld worden.

Slide 10 - Quiz

Wat betekent de afkorting DBA?
A
Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties
B
Wet deregulering beoordeling administratie

Slide 11 - Quiz

De werkgever en de werknemer zijn onbeperkt vrij om de hoogte van het loon samen af te spreken. Is deze bewering juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Een werkgever is op grond van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag niet altijd verplicht om zijn werknemers minstens het minimumloon te betalen.
A
Deze bewering is juist.
B
Deze bewering is onjuist.

Slide 13 - Quiz

Een werkgever is op grond van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag niet altijd verplicht om zijn werknemers minstens het minimumloon te betalen.
A
Deze bewering is juist.
B
Deze bewering is onjuist.

Slide 14 - Quiz

Wat kan een werkgever die zijn werknemers minder dan het minimumloon betaalt krijgen?
A
een boete
B
een waarschuwing

Slide 15 - Quiz

Wat regelt een cao?
A
Een cao regelt het loon en de andere arbeidsvoorwaarden in een bepaalde bedrijfstak.
B
Een cao regelt alleen het loon in een bepaalde bedrijfstak.

Slide 16 - Quiz

Wanneer spreken we van overwerk?
A
Als de werknemer van zijn werkgever een duidelijke opdracht krijgt om extra lang te werken.
B
Als de werknemer zelf langer blijft werken, omdat het belangrijk is dat het werk afgerond wordt.

Slide 17 - Quiz

Het loon moet door de werkgever op tijd betaald worden aan de werknemer. Wat houdt 'op tijd' betalen in?
A
betaling vindt direct plaats na afloop van geleverde arbeid
B
betaling vindt plaats op de afgesproken datum

Slide 18 - Quiz