Link A2-B1 Thema 3.1

Welkom 
Nederlands
Link
Nieuwsbegrip

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom 
Nederlands
Link
Nieuwsbegrip

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Je kent de woorden bij thema 3.1
  2. Je weet hoe je je kunt voorbereiden op een gesprek bij de huisarts. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Werkwoorden
uit de lijst 3.1

Slide 4 - Carte mentale

De patiënt vertelt aan de arts .......
A
hoe laat het is.
B
dat hij jarig is.
C
wat hem mankeert.
D
wat hij wil eten.

Slide 5 - Quiz

... af waarom hij ziek is?
A
Vraag je je
B
Verveel je je

Slide 6 - Quiz

.. een klein deel van de bevolking eet voldoende fruit.
A
Slechts
B
Volgens

Slide 7 - Quiz

Ik ben gezond! Ik............... helemaal niks.
A
doe
B
mankeer

Slide 8 - Quiz

Ik heb een ................. voor de specialist gekregen.
A
afspraak
B
verwijsbrief

Slide 9 - Quiz

Welk woord hoort bij de foto?
A
De verpleegkundige
B
De patiënt
C
Het ziekenhuis
D
De fysiotherapeut

Slide 10 - Quiz

... van een ernstige ziekte is niet goedkoop.
A
De behandeling
B
De klacht

Slide 11 - Quiz

Kunt u de inbrekers ... ? Hoe oud waren ze ongeveer?
A
beschrijven
B
inschrijven

Slide 12 - Quiz

... pijn gaat niet over met paracetamol.
A
Verstandige
B
Chronische

Slide 13 - Quiz

Als je problemen hebt met bewegen, ga je naar ...
A
de fysiotherapeut
B
de vakman

Slide 14 - Quiz

We moeten brood, sla, melk en vis kopen. Kun je dat ... ?
A
nadenken
B
onthouden

Slide 15 - Quiz

... je naar school gaat, moet je eerst ontbijten.
A
Daarna
B
Voordat

Slide 16 - Quiz

Voor een afspraak met een specialist heb je ... nodig.
A
een verwijsbrief
B
een voet

Slide 17 - Quiz

Gesprek voorbereiden
Je bent gisteren gevallen met je fiets. Je voet doet nu veel pijn. De pijn zit vooral in het midden van je voet. Als je loopt, doet je voet een beetje pijn en als je rent, doet je voet heel veel pijn. Je kunt ook niet meer sporten. Je gaat naar de huisarts. Je verwacht dat de dokter een diagnose stelt.

Link: 3.1 Doe de taak. Opdracht 5 (gesprek voorbereiden). 
Link 3.2 maken

Slide 18 - Diapositive

Wat vond je van deze les?

Slide 19 - Question ouverte