Paragraaf 7.2

ANALYSE: SOCIALE COHESIE, CULTUUR EN SOCIALE INSTITUTIE
Paragraaf 7.2
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

ANALYSE: SOCIALE COHESIE, CULTUUR EN SOCIALE INSTITUTIE
Paragraaf 7.2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

NA DEZE LES WEET JE ...
  • ... wat het kernconcept sociale cohesie inhoudt.
  • ... wat de functie van sociale cohesie is in de samenleving.
  • ... wat het kernconcept cultuur inhoudt.
  • ... dat culturen relatief zijn.
  • ... wat het kernconcept sociale institutie inhoudt.
  • ... wat de kenmerken van sociale instituties zijn.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit dat het gezamenlijk zingen van het volkslied bijdraagt aan de sociale cohesie in een land.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

SOCIALE COHESIE
Het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben,

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SOCIALE COHESIE
Het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het gevoel een groep te zijn,

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SOCIALE COHESIE
Het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het gevoel een groep te zijn, lid te zijn van een gemeenschap,

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

SOCIALE COHESIE
Het aantal en de kwaliteit van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het gevoel een groep te zijn, lid te zijn van een gemeenschap, verantwoordelijkheid voelen voor elkaars welzijn en een beroep op anderen kunnen doen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Belangrijk om niet alleen te zeggen dat deze definitie geleerd moet worden door de leerlingen. Ik denk dat we het beste de definitie met de leerlingen samen kunnen ontleden. 

Pak het bord erbij en schrijf de verschillende componenten uit de definitie op het bord en laat ze er een visueel idee bij krijgen.

Voorstellingen = Sinterklaas / kleding
Uitdrukkingsvormen = Molens / taal
Opvattingen = liberaal / tolerant / normaal
Normen en waarden = 'u' zeggen, handen schudden, etc.
CULTUUR
Het geheel van waarden, voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven.

Hoe wordt een cultuur overgedragen?

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OPGEDEELD: CULTUUR
Een cultuur bevat elementen die ... :
  • Mensen in hun hoofd meedragen;
> Waarden, opvattingen en voorstellingen

  • Je aan de buitenkant kunt zien of merken;
> Uitdrukkingsvormen

  • Het gedrag regelen van mensen.
>Normen en instituties

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Idealen, zoals vrijheid, gelijkheid.
Elementen van cultuur
Ideeën die passen in een groter geheel van opvattingen, zoals een Islamitische of linkse  opvatting. Dit zijn waardensystemen.
Beelden, ideeën, verhalen die mensen hebben over een gebeurtenis, bijvoorbeeld over een oorlog.
Waarden

Opvattingen
Voorstellingen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CULTUREN: MATERIEEL EN IMMATERIEEL
Cultuur is materieel
  • Geld en zaken als kunstobjecten, architectuur en kleding
  • Het is tastbaar (je kunt het aanraken)

Cultuur is immaterieel
  • Taal, waarden en normen
  • Het is niet tastbaar (je kunt het niet aanraken)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CULTUREN ZIJN RELATIEF
Culturen zijn relatief. Dit betekent dat culturen zowel tijd- als plaatsgebonden zijn.

  • Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat culturen tijdsgebonden zijn.
  • Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat culturen plaatsgebonden zijn.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SOCIALE INSTITUTIE
Complex van min of meer geformaliseerde regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

KENMERKEN SOCIALE INSTITUTIES
Een sociale institutie heeft verschillende kenmerken:
  1. Instituties hebben vaak een lange traditie.
  2. Instituties zijn enerzijds vrij stabiel en anderzijds vrij veranderlijk omdat het gedrag van mensen betreft.
  3. Instituties hebben een 'eigen realiteit'. Ze zijn dus niet makkelijk door individuen zelf te veranderen.
  4. Instituties zijn niet alleen gebaseerd op dwingende macht, maar berusten vaak ook op gezag.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions