LES 11: De uitnodiging

Het schrijven van een uitnodiging

Een uitnodiging
Een zakelijke brief 

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het schrijven van een uitnodiging

Een uitnodiging
Een zakelijke brief 

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:
Een uitnodiging schrijven
Een zakelijke brief schrijven

Slide 2 - Diapositive

Uitnodiging voor de Toolboxmeeting

Slide 3 - Diapositive

Welke informatie moet sowieso op een uitnodiging staan?

Slide 4 - Carte mentale

5W + 1H - vragen
Op een uitnodiging mag geen belangrijke info ontbreken. 
Denk aan: 
- Voor wie is de uitnodiging?
- Wanneer is de datum/tijd?
- Waar is de locatie?
- Waarom/waarvoor nodig je iemand uit?
En..
Zijn er kosten aan verbonden? Moet je iets meenemen? Is er eten bij?

Slide 5 - Diapositive

Hoe kun je je uitnodiging aanpassen aan je publiek?

Slide 6 - Question ouverte

Rekening houden met je publiek:

Gebruik formele/informele taal.
Gebruik kleuren/lettertypes/plaatjes.
Gebruik begrijpelijke taal.

Slide 7 - Diapositive

Een uitnodiging is een zakelijke brief

Slide 8 - Diapositive

Naar wie stuur je GEEN zakelijke brief?
A
Mensen die je niet kent.
B
Mensen die ouder zijn dan jij.
C
Mensen die een hogere functie hebben dan jij.
D
Mensen die je heel goed kent.

Slide 9 - Quiz

Naar wie zou jij wel een zakelijke brief willen sturen?

Slide 10 - Question ouverte

Adressering 
  • Vermeld bovenaan de brief de naam en het adres van de afzender. (Dat ben je meestal zelf.) De plaatsnaam staat in HOOFDLETTERS. Hierna druk je drie keer op enter.
  •  
  • Schrijf de naam op van de plaats waar je de brief schrijft, zet er een komma achter en vermeld de dag, de maand (in letters) en het jaar. Druk drie keer op enter.

Slide 11 - Diapositive

Waarom moet je soms niet 1x, maar juist 2x of 3x op enter drukken?
A
1x enter = 1 witregel, dus 3x enter = 3 witregels.
B
1x enter = volgende regel 2x enter = 1 witregel, dus 3x enter = 2 witregels.
C
Je wil zo veel mogelijk witregels, om de pagina te vullen.

Slide 12 - Quiz

Adressering 
  • Schrijf de naam en het adres van de geadresseerde (degene aan wie je schrijft) op. 
  • Als je je brief stuurt aan een bedrijf of organisatie en je weet de naam van de persoon die jouw brief gaat lezen, dan zet je 't.a.v. voorletter + achternaam' onder de bedrijfsnaam.
  • De plaatsnaam schrijf je weer in HOOFDLETTERS. Druk drie keer op enter.

Slide 13 - Diapositive

Onderwerp en aanhef
  • Schrijf op ‘Onderwerp:’. Schrijf in een paar woorden waar je brief over gaat. Begin met een kleine letter. Druk drie keer op enter.
  • Kies de goede aanhef. Als je de naam van de geadresseerde niet weet en of het een man of een vrouw is, schrijf je ‘Geachte mevrouw/heer,’. Druk twee keer op enter.

Slide 14 - Diapositive

Inleiding
  • Begin de brief met een inleidende zin. Meestal noem je hierin de aanleiding voor de brief (je hebt iets gelezen of gekocht). 

  • Daarna vermeld je de reden voor het schrijven van de brief (je wilt informatie vragen, een klacht indienen). 
  • Begin de eerste zin niet met ‘Ik …’. Dat staat onbeleefd. 
  • Je begint met een hoofdletter. Druk twee keer op enter.

Slide 15 - Diapositive

Middenstuk

  • Gebruik formele en nette taal en houd je aan alle Afspraken en regels Schrijven.
  • Verdeel het middenstuk in alinea’s. (één enter tussen elke alinea) 
  • Elke alinea gaat over een ander deelonderwerp. Druk na het middenstuk twee keer op enter.

Slide 16 - Diapositive

Afsluiting
  • Eindig je brief met een afsluitende zin. Meestal spreek je hierin een wens uit. Vervolgens bedank je de geadresseerde alvast voor het lezen of de medewerking. Druk twee keer op enter.



Slide 17 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van een goede wens in een zakelijke brief?
A
Ik moet zo snel mogelijk antwoord.
B
Ik wil mijn geld terug.
C
Hiermee hoop ik u voldoende geïnformeerd te hebben.
D
Ik wens een vliegtuig en 10kilo snoep.

Slide 18 - Quiz

Slotgroet
  • Gebruik als slotgroet: ‘Met vriendelijke groet’ of ‘Hoogachtend’. Na de slotgroet zet je een komma. Druk twee keer op enter.
  • Schrijf je voor- en achternaam op en zet je handtekening daarboven. Druk twee keer op enter.
  • Schrijf de bijlage onderaan je brief als je iets meestuurt, bijvoorbeeld: Bijlage: een kopie van een rekening.


Slide 19 - Diapositive

Is dit een goede slotgroet voor een zakelijke brief?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Is dit een goede slotgroet voor een zakelijke brief?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz