Les 2 Bewegingen onderzoeken

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Soorten bewegingen

10.1 Bewegingen Onderzoeken

Hoeveel keer heeft de
stroboscooplamp een
lichtflits gegeven?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Een videocamera maakt 30 beeldjes per seconde.

Hoeveel beeldjes zijn er nodig om een beweging van 3 s vast te leggen?

1. 3
2. 30
3. 33
4. 90

In de figuur zie je een afstand-tijddiagram met een fout erin.

 

Wat is er fout aan het diagram?

In de figuur zie je en diagram
met een fout erin.
Wat is er fout aan het diagram?

1. De eenheden voor afstand en tijd kloppen niet.
2. De horizontale as en de verticale as zijn verwisseld.
3. De schaalverdeling langs de afstand-as klopt niet.
4. De schaalverdeling langs de tijd-as klopt niet.

In de figuur zie je een stroboscopische ‘foto’ van een bal.

 

Wat voor beweging is dit?

In de figuur zie je een stroboscopische
foto van een bal.

Wat voor beweging is dit?

1. versneld
2. eenparig
3. vertraagd
4. geen

In de figuur zie je een afstand-tijddiagram.

Wat voor beweging is dit?

In de figuur zie je een afstand-
tijddiagram.

Wat voor beweging is dit?

1. geen
2. eenparig
3. vertraagd
4. versneld

Een auto komt hard aanrijden en moet plotseling stoppen voor een rood verkeerslicht.

Wat voor beweging is dit?

1. een eenparige beweging
2. een versnelde beweging
3. een vertraagde beweging

In de figuur zie je een stroboscopische foto van een fietser.

Wat voor beweging is dit?

In de figuur zie je een stroboscopische
foto van een fietser.
Wat voor beweging is dit?

1. een versnelde beweging
2. een versnelde beweging
3. een eenparige beweging

In de figuur zie je een afstand-tijddiagram.

Wat voor beweging is dit?

In de figuur zie je een afstand-
tijddiagram.

Wat voor beweging is dit?

1. een vertraagde beweging
2. een versnelde beweging
3. een eenparige beweging

De tijd tussen twee afbeeldingen is 2 seconde.
In hoeveel seconde beweegt de bal van A naar G?

1. 2 seconde
2. 6 seconde
3. 12 seconde
4. 14 seconde

Hier zijn verschillende bewegingen beschreven.

Sleep de juiste beschrijving naar de juiste beweging.

vertraagd

eenparig

versneld

De afstand tussen de afbeeldingen blijft hetzelfde.

Een sprinter die uit de startblokken vliegt.

Een steen die naar beneden valt.

Een draaimolen die tot stilstand komt.

Rekenen met snelheid

10.1 Bewegingen Onderzoeken

Beide auto's rijden een uur.

Beide auto's rijden een uur.

A1: 80 km

A2: 20 m/s x 3,6           = 72 km/h

AFSLUITING