Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Kruisingen en stambomen
kruisingsschema's maken
stambomen maken
Slide 1 - Diapositive
lesdoelen
Je kan uit een tekst halen wat het genotype is.
Je kan een kruisingschema maken van F1 en F2
Je kan een stamboom aflezen.
Slide 2 - Diapositive
Heterozygoot betekent dat het genenpaar voor een eigenschap bestaat uit twee ongelijke genen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Als een persoon zowel het gen voor blauwe als het gen voor bruine oogkleur bezit, is deze persoon homozygoot voor de oogkleur
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Bij een organisme dat heterozygoot is voor een bepaalde eigenschap komt het dominante gen tot uiting in het fenotype
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Een persoon bij wie een dominant gen tot uiting komt in het fenotype kan homozygoot zijn voor deze eigenschap
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Kruisingen
In een kruisingsschema worden de generaties aagevenen
P: Ouders
F1: De eerste generatie nakomelingen (kinderen)
F2: De tweede generatie nakomeningen (keinkinderen)
Slide 7 - Diapositive
Doel kruisingsschema
In een kruisingsschema onderzoeken we de kans dat een nakomeling een bepaalde genotype heeft.
Slide 8 - Diapositive
Het opstellen van een kruisingsschema
Wat zijn de gegevens?
Wat zijn de fenotypen en genotypen van de ouders?
Wat kunnen de geslachtscellen voor gen bevatten?
Welke mogelijkheden zijn er voor het versmelten van een eicel en een spermacel
Slide 9 - Diapositive
Een kruising (oude toetsvraag)
Bij fruitvliegen is de eigenschap voor rode ogen dominant over dat van witte ogen. Een homozygote vlieg met rode ogen wordt gekruist met een vlieg met witte ogen. De nakomelingen (kinderen) worden onderlng gekruist zodat een F2 (kleinkinderen) ontstaat.
Werk deze kruising uit
Slide 10 - Diapositive
Stap 1 Gegevens
Oogkleur fruitvlieg
Rood of wit
Rood is dominant, wit is dus recessief
vlieg met rode ogen is homozygoot
Slide 11 - Diapositive
stap 2 fenotype en genotype
fenotype: Witte ogen
genotype: homozygoot recessief
aa
stap 2 fenotype en genotype
fenotype: Rode ogen
genotype: homozygoot dominant
AA
Slide 12 - Diapositive
Een kruisingsschema
P: AA x aa
Geslachtscellen: A a
Slide 13 - Diapositive
welk fenotype hebben alle vliegen van f1?
A
rode ogen
B
witte ogen
Slide 14 - Quiz
Een kruisingsschema
P: AA x aa
Geslachtscellen: A a
F1: Aa
Aa x Aa
Geslachtscellen: A of a A of a
F2:
Slide 15 - Diapositive
Hoeveel kans heeft een nakomeling van de F2op witte ogen?
A
100%
B
75%
C
50%
D
25%
Slide 16 - Quiz
Basisstof 5 stambomen
blz 115
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Wat is het genotype voor een vogel met gele veren?
A
AA
B
Aa
C
aa
Slide 29 - Quiz
Het genotype 'aa' noemen we
A
heterozygoot
B
homozygoot recessief
C
homozygoot dominant
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Diapositive
Is het genotype van de ouders gelijk? Zo, ja wat is hun genotype?