6.3 afval

Wat is overbemesting?
A
Dit is een manier van bemesten
B
Het toedienen van teveel mest
C
Het toedienen van te weinig mest
1 / 31
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat is overbemesting?
A
Dit is een manier van bemesten
B
Het toedienen van teveel mest
C
Het toedienen van te weinig mest

Slide 1 - Quiz

Vermesting is:
A
Het gebruiken van kunstmest
B
Een sterke toenamen van mineralen in het water
C
Als er per ongeluk mest in het water komt
D
Als er te veel planten in het water zijn

Slide 2 - Quiz

Wat is een oorzaak van waterbloei?
A
een toename mineralen
B
een toename van zonlicht op de bodem
C
een toename van waterdieren
D
een toename aan zuurstof in het water

Slide 3 - Quiz

Wat is genetische modificatie?
A
Het eerder oogsten van een gewas
B
Het modern maken van een gewas
C
De genen van een gewas aanpassen
D
Gewassen bestrijden met insecticide

Slide 4 - Quiz

Wat is een monocultuur?
A
Veel verschillende soorten planten op een akker.
B
Veel verschillende populaties in een gebied.
C
Maar 1 soort planten op een akker.
D
Maar 1 dierensoort in een gebied.

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er bij verzuring?
A
ammoniak uit de bodem reageert met mest op het land tot zuur
B
ammoniak uit de bodem reageert met water in de bodem en lucht tot zuur
C
ammoniak uit mest reageert met water in de bodem en lucht tot zuur
D
ammoniak uit water reageert met mest in de bodem en lucht tot zuur

Slide 6 - Quiz

Wat is een gevolg van waterbloei?
A
een toename in fosfaat en nitraat
B
een toename van zonlicht op de bodem
C
een toename van organische afvalstoffen in het water
D
een toename aan zuurstof in het water

Slide 7 - Quiz

Wat is overbemesting?
A
Dit is een manier van bemesten
B
Het toedienen van teveel mest
C
Het toedienen van te weinig mest

Slide 8 - Quiz

6.3 afval
  • Je kunt uitleggen op welke manieren afval wordt verwerkt.
  • Je kunt uitleggen hoe afvalstoffen in de lucht komen en wat de gevolgen zijn.
  • Je kunt uitleggen wat het gevolg is van te veel koolstofdioxide in de lucht.


Slide 9 - Diapositive

Wie doet er thuis aan afvalscheiding
nee, helemaal niet
alleen GFT
ja, we scheiden meerdere soorten afval
ja, we scheiden alle soorten afval en houden een klein beetje restafval over
ja, we scheiden allen en hebben nooit restafval

Slide 10 - Sondage

verwerking van afval
nuttig:
- recycling bv compost
- hergebruik bv kringloopwinkels
schadelijk
- restafval verbranden in 
vuilverbrandingsinstallaties
- storten, onderkant afgedekt--> geen giftige 
stoffen in grondwater

zwerfafval
afval op straat en natuur, blijft lang liggen

Slide 11 - Diapositive

Landelijk kost de aanpak van zwerfafval ons
A
2,7 miljoen Euro
B
100 miljard Euro
C
300 miljoen Euro
D
50 cent

Slide 12 - Quiz

Welke bewering is onjuist?
A
Het grootste deel van ons afval kunnen we hergebruiken.
B
Papier en plastic worden vooral verbrand.
C
Met warmte uit de vuilverbranding wordt elektriciteit opgewekt.
D
Bacteriën en schimmels breken een deel van het zwerfafval af.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

afvalstoffen in de lucht
Uitstoot: vrijkomen van afvalstoffen door bv verbranding fossiele brandstoffen



Slide 15 - Diapositive

Gevolgen luchtvervuiling






1. Fijnstof : veroorzakers astma en bronchitis

Slide 16 - Diapositive

Gevolgen luchtvervuiling
2. Smog
Smoke (rook) en fog (mist) = smog
Met name op (zonnige) winstille dagen.

benauwd en hoofdpijn


Slide 17 - Diapositive

gevolgen luchtvervuiling
3. verzuring


Slide 18 - Diapositive

Waarom is teveel CO2 een probleem?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Fossiele brandstoffen
A
ontstaan door vulkanische activiteit
B
ontstaan uit grondstoffen
C
ontstaan uit resten van organismen
D
zijn kunststoffen (door mensen gemaakt)

Slide 21 - Quiz

Fossiele brandstoffen

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

CO2 heeft invloed op het broeikaseffect. Het broeikaseffect is slecht voor de aarde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Broeikaseffect

Slide 25 - Diapositive

Welke gevolgen heeft het opwarmen van de aarde voor ons?

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Door koolstofdioxide in de lucht is er het broeikaseffect.
Wat is het broeikaseffect?
A
Het afgeven van warmtestraling vanaf de zon naar de aarde.
B
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de ruimte naar de aarde.
C
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de aarde naar de ruimte.

Slide 29 - Quiz

Zonder het broeikaseffect ...
A
... wordt het heel warm op aarde.
B
... blijft de temperatuur op aarde gelijk.
C
... wordt het op aarde net zo koud als in de ruimte.

Slide 30 - Quiz

Hoe neemt een plant CO 2 op?
A
via de steel
B
via de bladeren
C
via de wortels
D
geen van deze antwoorden is goed

Slide 31 - Quiz