GL chapitre 4 - Révision 2 - 1er cours

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Objectifs

Aan het einde van de les 

• weet je wat je deze week moet doen

heb je opgefrist:

• de regelmatige werkwoorden op -er
• de woorden van chapitre 2 bron A en bron B (schoolvakken + mening)
• de phrases-clés van chapitre 2 bron D

Parcours

• le planning (Its)
• explication des verbes en -er (vidéo)
• Quiz sur les verbes
• révision de vocabulaire ch2 bron A+B (travail autonome)
  
• Quiz sur le vocabulaire
• révision des phrases-clés ch2 bron D
• conversation

Le planning (Its)

Réviser (= herhalen):

chapitre 1+2:

• vocabulaire A,B,E,F,G: uitspraak!!! + fa⇔ne (en ligne: slim stampen)
  
• phrases clés D,I: uitspraak!!! + fa⇔ne (en ligne: slim stampen)
  
• les jours de la semaine
  
• les heures
  
• Grammaire C le verbe régulier en -er (LdT p.28)
  
• Grammaire H la négation (LdT p.34)
  

Faire (= maken):

• ​chapitre 4 Je révise ex 6-10
  
• Tâche: PTV03 Expression Orale Dialogue – préparation. Download het worddocument. Maak bij iedere vraag in het Frans een passend antwoordzinnetje. Zorg dat je hele zinnen maakt. Kijk goed bij de phrases-clés van het hoofdstuk en pas de voorbeeldzinnetjes aan aan jouw eigen situatie.
  

leuk vinden

beginnen

luisteren naar

zoeken

een hekel hebben aan

kijken naar

geven

werken

wonen

chercher

écouter

regarder

donner

travailler

aimer

habiter

commencer

détester

jij woont

wij zoeken

zij luisteren naar

hij geeft

jullie beginnen

Travail autonome

• révision de vocabulaire ch2 bron A+B 

       (slim stampen / quizlet)

_______ de maths est très sévère.

1. le collège
2. le prof
3. le garçon
4. le livre

__________ de Sam est bleu.

1. le classe
2. la matière
3. le sac à dos
4. le cours

La prof de français donne _______ devoirs.

1. à côté de
2. drôle
3. pourquoi
4. beaucoup de

Je déteste l'histoire, ________ c'est ennuyeux (saai).

1. toujours
2. pourquoi
3. parce que
4. le meilleur

Travail autonome

• révision des phrases-clés ch2 bron D

       (slim stampen / quizlet)

Tu es en quelle classe?

Qui est ton prof de biologie?

Ton prof d'anglais, il est comment?

Tu aimes les sciences numériques
(= informatica)?
Pourquoi?