15-11 a-b

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Ga rustig zitten en pak je leesboek. 

We gaan 20 minuten lezen.

Lesopbouw

Eerste blokuur: 

1. Lezen 20 minuten

2. Hoe maak je een dossier?

3. Opdracht maak een voorkant en een inhoudsopgave.

Tweede blokuur:

1.. Nieuw Nederlands hoofdstuk 2 hoofd -en bijzaken.

2. Opdracht 1 t/m 5

3. Klaar? In stilte boek lezen of huiswerk maken.

Fictie  

Fictie betekent  Fantasie. 

Een schrijver heeft een verhaal verzonnen. 

De personen uit het verhaal bestaan niet echt en de gebeurtenissen in het verhaal hebben niet echt plaatsgevonden. 

Wat is een dossier? 

Een dossier is een verzameling van documenten. 

In dit fictiedossier verzamel je de opdrachten die je moet maken m.b.t. de leesboek. 

Fictiedossier

A. Voorblad

B. Inhoudsopgave

C. De opdrachten At/m E. 

D. Je bronnen

Fictiedossier

A.  Voorblad

Zoek een leuke afbeelding die bij je boek past. 

Je mag zelf wat verzinnen.

Maak het voorblad aantrekkelijk.

Fictiedossier

A.  Voorblad

Op het voorblad vermeld je:

1. de titel van het boek

2.de schrijver

3. je naam

4. je klas

5. de datum van vandaag

Fictiedossier

A. Voorblad

B. Inhoudsopgave

C. De opdrachten: a-b-c-d-e

D. Je bronnen

Ruimte voor de inhoudsopgave op pagina 2.

1. Inhoudsopgave                                                                        blz. 2

2. Opdrachten:

A. Geef de zakelijke gegevens van je boek.                    blz. 3

B. Samenvatting van de inhoud.

C. Theorievragen

D. Geef je mening over het boek.

E. Verwerkingsopdracht.

3. Bronnen

De paginanummers kan je er automatisch inzetten. 

A. Geef de zakelijke gegevens van je boek: (6p.)

a. de schrijver

b. de titel                                       

c. de uitgeverij

d. jaar van uitgave

e. de eerste zin van het boek

f. waarom heb je dit boek gekozen?

B. Samenvatting van de inhoud (10p.)

Vertel de inhoud in het kort na. Verwerk de volgende punten:

1 de belangrijkste gebeurtenissen (de hoofdzaken)

2 de hoofdpersoon en zijn/haar probleem

3 hoe de hoofdpersoon het probleem probeert op te lossen – lukt dit?

4 de ontwikkeling (de veranderingen) die de hoofdpersoon doormaakt

5 de belangrijkste andere personen in het kort (hoeft niet meer dan drie)

Lesopbouw

Eerste blokuur: 

1. Lezen 20 minuten

2. Hoe maak je een dossier?

3. Opdracht maak een voorblad en inhoudsopgave.

Tweede blokuur:

1.. Nieuw Nederlands hoofdstuk 2 hoofd -en bijzaken.

2. Opdracht 1 t/m 5

3. Klaar? In stilte boek lezen of huiswerk maken.

Herhaling

Hoofdstuk 2: Lezen: blz. 38 t/m 43

Maak opdracht 1 t/m 5. Klaar? Haal het antwoordblad op bij mij. 

Aan de slag!

Aan de slag?

Aan de slag.

Na vandaag kan ik...

1. weet ik hoe ik mijn fictiedossier moet indelen.
2. onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.