Hoofdstuk 17 en 18 dinsdag

Hoofdstuk 17 en 18 dinsdag

Opdracht 2 een app sturen.

Maak het gesprek compleet.

Opdracht 3: Activiteiten beschrijven

A Wat doe je op een dag?

Vul 7 werkwoorden in

B Beschrijf wat je gisteren hebt gedaan.

7.00 uur Om zeven uur ben ik opgestaan.

08.15 uur Om kwart over acht heb ik/ ben ik .............

09.30 uur

10.55 uur

12.45 uur

14.40 uur

16.10 uur

18.00 uur

20.20 uur

22.30 uur

Opdracht 4: Luisteren naar telefoongesprekken blz. 240

Uitleg er/ daar

Opdracht 7 bladzijde 244

Gebruik ook het woordje (er)

Opdracht 8 blz. 245

zijn - aan het + infinitief

H 18 Lezen bladzijde 251

Samen vertalen + maken opdracht 1

Conjuncties blz. 253

omdat

zodat

hoewel

terwijl

nadat

Opdracht 3 en 4 maken blz. 254