voegwoorden 4

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

voegwoord:

woord dat twee zinnen of delen van een zin aan elkaar plakt (voegt). 

Wat betekenen de voegwoorden?

en:  opsomming

of:   twee  of meer mogelijkheden

maar:   geeft tegenstelling aan

hoewel:   geeft een tegenstelling aan

omdat:   geeft een rede aan

want:   geeft een rede aan

als: geeft een voorwaarde of een mogelijkheid aan

terwijl:   tegelijkertijd

zoals:   meerdere mogelijkheden

Ik lust geen groene groenten, ...... spruitjes, erwten en boontjes.
Welk voegwoord?

1. hoewel
2. als
3. zoals
4. terwijl

De jongen blijft proberen om te schaatsen, ..... hij al vaak gevallen is.
Welk voegwoord?

1. hoewel
2. als
3. zoals
4. terwijl

Onze hond gaat verharen , .... het zomer is.
Welk voegwoord?

1. hoewel
2. als
3. zoals
4. terwijl

Het meisje pakt een winkelwagentje, ..... de jongen geld in de parkeermeter doet.

Welk voegwoord?

1. hoewel
2. als
3. zoals
4. terwijl

De man gaat kijken bij een tennis wedstrijd, ..... hij niet van tennis houdt.
Welk voegwoord?

1. zoals
2. hoewel
3. terwijl
4. als

Jij hebt warme kleding aangedaan, ..... een trui en een dikke broek.
Welk voegwoord?

1. zoals
2. hoewel
3. terwijl
4. als

Ik hoef morgenochtend mijn tas niet in te pakken, ...... ik het vanavond nog doe.

Welk voegwoord?

1. zoals
2. hoewel
3. terwijl
4. als

Mama pakt de theekopjes, ..... papa de koekjes pakt.
Welk voegwoord?

1. zoals
2. hoewel
3. terwijl
4. als

Maak 1 zin van:
De ouders doen boodschappen
De kinderen zitten op school

Maak 1 zin van:
Femke blijft mijn vriendin.
Femke heeft mij gisteren uitgelachen.

Maak 1 zin van:
Ik hou van koude dranken.
Water, melk en appelsap.