15. diferencia imperfecto/indefinido (2)

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

¡Buenos días!

Laguna colorada, bolivia

¿Qué hacemos hoy?

• SO bespreken

• Diferencia entre el imperfecto e indefinido (juntos)

• Los deberes

Schriftelijke overhoring

bespreken

Kortom:

Indefinido: 

ACTIE - belangrijke informatie 

Imperfecto: 

OMSCHRIJVING - achtergrond informatie

Las soluciones

1. Todos los días los siete enanitos trabajaba en la montaña. 

   Un día, al volver a su casa, encontró una sorpresa. 

   Signaalwoorden > todos los días = imperfecto -  Un día = indefinido

2. Todos estaban bailando cuando de repente el reloj dio las doce de la noche. 

    En ese momento, la hermosa chica se fue de la fiesta sin decir una palabra.

    Actie = de klok gaf middernacht aan

    Omschrijving = iedereen was aan het dansen

    Actie = ze gaat weg bij het feest

3. Los siete cabritillos estaban solos en casa cuando llegó el lobo y se comió a todos menos a uno.

    Actie = de Wolf komt en eet

    Omschrijving = de geitjes waren alleen thuis

4. Cuando el joven príncipe entró en el castillo, veía a la chica que estaba durmiendo en una habitación muy           grande.

     Actie = hij komt binnen in het kasteel

     Omschrijving = hij zag een meisje die aan het slapen was

5. Alí iba todos los días a ese lugar. Un día vio a unos 40 hombres a caballo ir hasta una piedra enorme que                había allí cerca.

    Signaalwoorden > todos los días = imperfecto

    Un día = indefinido

    Omschrijving = daar dichtbij was er (había) een enorme steen

6. Hubo una vez un chico pobre que se llamaba Aladino. Un día, un extranjero rico lo envió a buscar una                    lámpara vieja en una cueva.

    Signaalwoorden > una vez = indefinido

    un día = indefinido 

    Omschrijving = dat hij Alladin heette.

Haz el ejercicio G

en tu cuaderno

Kortom:

Indefinido: 

ACTIE - belangrijke informatie 

Imperfecto: 

OMSCHRIJVING - achtergrond informatie

soluciones tekst 1

Alejandro Finisterre was 17 jaar oud toen ze hem naar een ziekenhuis stuurde tijdens de oorlog.

1. Tenía (omschrijving)

2. Envió (gebeurtenis)

Snel merkte hij dat de kinderen met enthousiasme voetbalde wanneer het goed weer was.

3. Notó (gebeurtenis)

4. Jugaron (gebeurtenis)

5. Hacía (omschrijving)

Maar wanneer het regende, moesten de kinderen spelen in enkele zalen, waar ze alles kapot maakte.

6. Llovía (omschrijving)

7. Tuvieron (gebeurtenis)

8. Rompían (omschrijving)

Om dit probleem op te lossen vond Finisterre in 1937 een minivoetbal uit die snel vreugde gaf aan kinderen in het ziekenhuis.

9. Inventó (gebeurtenis)

10. Era (omschrijving)

soluciones tekst 2

Enrique Bernat werkte in een snoepbedrijf toen hij het idee had om snoepjes toe te voegen op een stokje.

11. Trabajaba (omschrijving)

12. Tuvo (gebeurtenis)

In 1958 opende hij een fabriek in Barcelona en aan het eind van de zestiger jaren begon hij met het verkopen aan het buitenland.

13. Abrió (gebeurtenis)

14. Empezó (gebeurtenis)

De eerste jaren exporteerde hij maar zo’n 10 procent van de productie. In de zeventiger jaren verhoogde de export naar zo’n 90%.

15. Exportaba (omschrijving)

16. Subía (omschrijving)

Een belangrijk detail: het actuele ontwerp maakte Salvador Dalí in 1969.

17. hizo

El pretérito indefinido

El pretérito imperfecto

Los deberes

     

                                     Herhaal de imperativo (gebiedende wijs)

lunes, 28 de junio, primera hora