EXTRA OEFENEN Spelling Cursus 7 Par. 8 PV-VT zwakke werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Spelling PV-VT zwakke werkwoorden

Leerdoelen

- Je leert de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd goed spellen. 

Voorkennis

We bespreken eerst de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, voordat we beginnen met de persoonsvorm in de verleden tijd.

Persoonsvorm 

in tegenwoordige tijd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

3 spellingsregels

ik-vorm of je/jij bij een vraag = IK-VORM (stam)

jij/je/hij/zij/het/u = IK-VORM + T

wij/jullie/zij = STAM + -EN (of -N)

Herhaling persoonsvorm tegenwoordige tijd

Zo schrijf je de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt):

ik of jij erachter	ik-vorm	ik word, vind jij
enkelvoud: jij/hij/zij/het	ik-vorm + t	jij wordt, zij vindt
meervoud: wij/zij/jullie	hele werkwoord	wij vinden, jullie worden

Persoonsvorm verleden tijd 

van zwakke werkwoorden!

Wat zijn zwakke werkwoorden?

Zwakke werkwoorden

Zwakke werkwoorden

Zwakke werkwoorden

De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je zo:

enkelvoud	stam + -de	stam + -te
ik/jij/hij/zij	speelde, herhaalde	lustte, fietste

meervoud	stam + -den	stam + -ten
wij/jullie/zij	speelden, herhaalden	lustten, fietsten

Zwakke werkwoorden

oefenen

Stap 1. 

Pak de stam van het werkwoord.

Om de stam te vinden haal je -en (of -n) van het hele werkwoord eraf.

de stam van zwakke werkwoorden

reizen - reiz

leven - lev

- pakken - pakk

- maken - mak

gooien - gooi

stap 2.

kijk naar de laatste letter van de STAM

reiz = z

lev = v

pakk = k

mak = k

gooi = i

stap 3.

Welke klank, van de laatste letter van jouw STAM, hoor je in het woord  't ex kopfschip ?

(let op: bij reiz hoor je een Z / bij lev hoor je en V / bij gooi hoor je een J-klank)

stap 4. 

Zit jouw klank van de stam in 't kofschip?

JA, dan komt in de verledentijd -te of -ten erbij.

NEE, dan komt in de verledentijd -de of -den erbij.

stap 5. 

Controleer of je de juiste spelling van het zwakke werkwoord hebt:

reizen - reiz - ik reisde / wij reisden

leven - lev - ik leefde / wij leefden

pakken - pakk - ik pakte / wij pakten

maken - mak - ik maakte / wij maakten

gooien - gooi - ik gooide / wij gooiden

De verleden tijd 

van sterke werkwoorden!

Wat zijn dan sterke werkwoorden?

Sterke werkwoorden

sterke werkwoorden in de verleden tijd

De sterke werkwoorden zijn anders dan de regel.

Voorbeelden van sterke werkwoorden zijn:

lopen-liep / nemen-namen / schrijven-schreven / eten-aten / geven-gaven / brengen-brachten.... 

De sterke werkwoorden moet je 'gewoon' onthouden.

Sterke werkwoorden

Veel sterke werkwoorden eindigen als voltooid deelwoord op –en, maar dit is dus niet altijd zo. Er zijn geen duidelijke regels bij het vervoegen van sterke werkwoorden. 

Extra oefenen

De persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden spellen.

Deze websites kun je gebruiken om extra te oefenen

www.jufmelis.nl

Even oefenen

Wat is een zwak werkwoord?

1. lopen
2. fietsen
3. gaan
4. worden

Wat is een zwak werkwoord?

1. Slapen
2. Meten
3. Durven
4. Schieten

Wat is GEEN zwak werkwoord?

1. voelen
2. praten
3. horen
4. ruiken

Wat is een zwak werkwoord?

1. bieden
2. verven
3. vergeten
4. eten

Wat is een zwak werkwoord?

1. ruziën
2. lopen
3. bewegen
4. zitten

a. Lezen is een zwak werkwoord
b. Werken is een zwak werkwoord.

1. a. waar b. niet waar
2. a. niet waar b. niet waar
3. a. waar b. waar
4. a. niet waar b. waar

Wat is een zwak werkwoord?

1. Een werkwoord waarin een klinker varandert
2. Een werkwoord dat zich wel aan regels houdt.
3. Een onregelmatig werkwoord
4. Een werkwoord dat geen betekenis heeft.

Een zwak werkwoord...

1. verandert niet van klank in de verleden tijd
2. verandert wel van klank in de verleden tijd

Maken

blz. 254-255

maak opdracht 1 t/m 7

Leren voor een spellingstoets

-- de persoonsvorm in de verleden tijd met zwakke werkwoorden goed spellen (met gebruik van 't kofschip en de 5 stappen)