Module 3 - les 1 - Alledaagse gesprekken en contact leggen

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Communicatie

Module 3 - Goed in gesprek

Hoofdstuk 1

Gespreksvaardigheden

Periode 2 les 1

Studiejaar 2022-2023

Welkom bij communicatie

Wat gaan we doen?

Uitleg over deze periode.

Leerdoelen voor vandaag.

Leerdoelen les 1

Aan het eind van deze les:

• Kun jij kenmerken beschrijven van alledaagse gesprekken in het pedagogisch werk.
  
• Weet jij het verschil tussen een formeel en een informeel gesprek.
  
• Kun je verschillende vaardigheden in zetten om contact te maken.
  

Alledaagse gesprekken

Formeel gesprek = gepland en heeft een bepaald doel (sollicitatiegesprek)

                                     = ga je voorbereiden

                                     = een belangrijk gesprek

Informeel gesprek = een alledaags gesprek

                                        = op elk moment van de dag

Kenmerken alledaags gesprek

• Het gesprek ontstaat spontaan en is vrijblijvend.
• Je komt er de tijd aangenaam mee door.
• Je bereidt ze niet of nauwelijks voor.
• Te toont elkaar betrokkenheid en waardering.
• Je kunt gemakkelijk op een ander gespreksonderwerp overstappen.
• Je kunt het gesprek op ieder moment beëindigen. 

Alledaags gesprek

• Belangrijk!
• Zorgt voor een goed contact.
• Zorgt voor een goede samenwerking.
• Onmisbaar bij het opbouwen van een vertrouwensrelatie. 
• Je legt de basis voor een betekenisvol gesprek.
• Zorgt ervoor dat een ander zich op zijn gemak voelt bij jou.

Heb jij vandaag al een
alledaags gesprek gevoerd? Waarover?

Contact leggen.

Hoe doe je dat?

• Stap als eerste op de ander af en zeg als eerste 'hallo'.
• Stel jezelf voor en glimlach daarbij.
• Houd oogcontact en toon belangstelling.
• Luister zorgvuldig en let op lichaamstaal.
• Bedenk vooraf waarover je zou kunnen praten.

Dit gaan we oefenen!

Maak drietallen en voer om de beurt met z’n tweeën een alledaags gesprek. 

De derde persoon gaat jullie observeren.

Open het gesprek zoals beschreven staat in de theorie. Bedenk vooraf waar jullie gesprek over gaat (shoppen, uitgaan, school, je werk). Gebruik een goede startzin om contact te leggen.

Laat jullie gesprek een aantal minuten (4) duren.

Na het gesprek krijgen jullie feedback van de medestudent die jullie geobserveerd heeft.

Wissel van rol.

eDition

Ga naar de online omgeving van Communicatie.
Kies module 3 - Goed in gesprek.

Kies Oriëntatie Goed in gesprek en maak de opdrachten. 

Terugblik leerdoelen les 1

Vertel!

Kun jij kenmerken beschrijven van alledaagse gesprekken in het pedagogisch werk?

Weet jij het verschil tussen een formeel en een informeel gesprek?

Kun jij verschillende vaardigheden inzetten om contact te maken?
Welke?