4.2 - Spanningsbronnen

• Science
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Startklaar

Startopdracht

3. Begin met ‘startopdracht’

1. Zitten volgens plattegrond.

2. Boek, schrift, agenda, rekenmachine en pen op tafel.

Pak je aantekeningen van de vorige les erbij en lees die goed door. 

4.2 - Spanningsbronnen

LessonUp

JA!

Benodigdheden

- NOVA-boek

- Schrift

- Pen, potlood

- Rekenmachine

I

Sleep de tabel op de juiste manier

HERHALING

Grootheid

Stroomsterkte

Ampère

A

Eenheid

30 mA = .... A

vergeet de eenheid niet!

HERHALING

Wat doet een
stroommeter?

HERHALING

Geef een voorbeeld van
een goede geleider van
elektrische stroom.

HERHALING

Welke combinatie bevat een geleider?

1. hout-plastic-steen
2. zand-glas-kunststof
3. glas-koolstof-rubber
4. lucht-hout-plastic

Leerdoelen

"Ga jij ze vandaag allemaal beheersen?"

4.2.1 Je kunt beschrijven hoe je spanning meet.

4.2.2 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen spanning en stroomsterkte.

4.2.3 Je kunt een aantal spanningsbronnen noemen.

4.2.4 Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.

4.2.5 Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je een elektrisch apparaat niet op de juiste spanning aansluit.

Grootheid	Symbool	Eenheid	Afkorting
Stroomsterkte	I	Ampère	A
Spanning	U	Volt	V

Pak deze tabel erbij en vul hem een stukje in.

Keuze

Keuze 1: In stilte: filmpje in gedeelde LessonUp (9 minuten) kijken en aantekeningen maken.

Keuze 2: Mee doen met uitleg van docent.

Beide: huiswerk paragraaf 4.2 1 t/m 9

Wat is spanning?

Lees mee op blz. 148 en 149

Spanningsbron

Geeft steeds dezelfde lading uit de spanningsbron aan de stroomkring. 

Voorbeeld: batterij.

De spanning blijft gelijk.

230V

Spanningsmeter

Spanningsmeter:

Apparaat waarmee je de spanning over een apparaat, lamp of batterij meet.

Voltmeter:

Andere naam voor spanningsmeter.

Spanningsbron

Elk apparaat werkt op zijn eigen spanning.

Is de spanning te hoog, dan kan het apparaat kapot gaan.

Is de spanning te laag, dan werkt het apparaat niet.

Condensator

In veel schakelingen kom je een condensator

tegen. 
Een condensator kan je net als de ballon opladen.

Vervolgens gaat die ontladen, eerst heel snel, maar daarna steeds slomer. Er is géén constante spanning.

Flits op telefoon werkt met een condensator.

Geeft geen constante lading af. 

Batterijen in serie (schakelen)

Voor de afstandsbediening heb je bijvoorbeeld twee staafbatterijen van 1,5 V nodig. Je moet die batterijen in serie schakelen. Dat wil zeggen dat je de pluspool van de ene batterij verbindt met de minpool van de andere batterij. 

Batterijen in serie (schakelen)

Voor de afstandsbediening heb je bijvoorbeeld twee staafbatterijen van 1,5 V nodig. Je moet die batterijen in serie schakelen. Dat wil zeggen dat je de pluspool van de ene batterij verbindt met de minpool van de andere batterij. 

Dat is zo geregeld in de batterij, ook al zitten ze naast elkaar.

• Ze geven dan samen een spanning van 3,0 V.

Spanningsmeter

Voltmeter/spanningsmeter wijst hier 2,2 volt aan. 

De lampjes zijn in serie geschakeld.

Elke batterij levert dus 2,2 : 3 = 0,73 V. 

Welke eenheid hoort er bij spanning?

1. ampère
2. volt
3. ohm
4. watt

Waar kan je een condensator
het best mee vergelijken?

1. Lamp
2. Transistor
3. Dynamo
4. Batterij

Wat is de spanning op de voltmeter?

1. 4V
2. 4,5V
3. 8V
4. 9V

Welke van deze spanningsbronnen geeft 230V?

1. Stopcontact
2. Batterij
3. Accu
4. Generator

Hoe heet de meter waarmee je de spanning kunt meten?

1. Voltmeter
2. Ampèremeter
3. Ohmmeter
4. Kilowattuurmeter

Hoe heet de meter waarmee je de spanning kunt meten?

1. Voltmeter
2. Ampèremeter
3. Ohmmeter
4. Kilowattuurmeter

Vergelijk een batterij in een stroomkring met een ballon die voortdurend wordt opgepompt terwijl hij tegelijkertijd leegloopt. Welke delen vergelijk je dan met elkaar?

spanning

stoffen in de batterij

elektrische stroom

stroomsterkte

De hoeveelheid lucht die in één seconde uit het tuitje stroomt. 

De lucht die uit het tuitje stroomt.

De pomp die de ballon opblaast.

Het plastic van de opgeblazen ballon.

Je wilt twee batterijen van 1,5 V een spanning laten leveren van 3 V.
Hoe moet je de batterijen tegen elkaar aan leggen?

1. Je moet de minpool van de ene batterij tegen de minpool van de andere batterij leggen.
2. Je moet de minpool van de ene batterij tegen de pluspool van de andere batterij leggen.
3. Je moet de pluspool van de ene batterij tegen de pluspool van de andere batterij leggen.
4. Het maakt niet uit hoe je de batterijen tegen elkaar aan legt.

Huiswerk

Woensdag 26 februari '25

• Maken en nakijken §4.2
• Opdracht 1 t/m 11