les 7

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Qu'est-ce qu'on va faire?

• objectifs
  
• vocabulaire  A B E F
  
• parler
• grammaire I
• grammaire C
  
• devoirs
  

Objectifs

Aan het eind van deze les:

• heb ik geoefend met het vragen stellen en beantwoorden van vragen   over mijn beste vriend(in) 
• weet ik hoe je het bijvoeglijk naamwoord in het Frans gebruikt.
• weet ik hoe je de werkwoorden op -er in de passé composé  vervoegt
• weet ik hoe je vier bijzondere werkwoorden in de passé composé vervoegt

vocabulaire A B E F H

levend memory

parler - interviews

Note cinq questions sur le thème 'mon/ma meilleur(e) ami(e)'

A pose des questions

B répond aux questions

C écoute et donne du feedback

grammaire I

Het bijvoeglijk naamwoord

(l'adjectif qualificatif)

Wat weet je nog?

De kleine jongen

1. le petit garçon
2. le petite garçon
3. le petits garçon
4. le petites garçon

Ma mère a acheté une voiture ... (blauw)

1. bleu
2. bleue
3. bleus
4. bleues

Martine is sportief.

De weg is gevaarlijk.

de weg = la route / gevaarlijk = dangereux

passé composé

www.kahoot.it

duo's : www.verbuga.eu

Temps: passé composé

Verbes irréguliers : avoir, être, faire, prendre

Verbes réguliers: aimer, chercher, donner, parler

Confirmer

of: nog meedoen met het tweede, ingewikkelder deel 

Devoirs

apprendre: H + I

faire: Écrire

Klaar? -> oefentoets

LET OP: dinsdag 15 oktober toets H1

Objectifs

Aan het eind van deze les:

• heb ik geoefend met het vragen stellen en beantwoorden van vragen   over mijn beste vriend(in) 
• weet ik hoe je het bijvoeglijk naamwoord in het Frans gebruikt.
• weet ik hoe je de werkwoorden op -er in de passé composé  vervoegt
• weet ik hoe je vier bijzondere werkwoorden in de passé composé vervoegt

Objectifs

Wat moet je nog doen om de toets van dinsdag 15 oktober 

te kunnen maken?