4.2 Becoming who you are

Thema 4:
Pluralist society 
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Thema 4:
Pluralist society 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

leerdoelen
  • Je kan uitleggen wat er wordt bedoeld met socialisatie.
  • Je kunt drie dingen noemen die invloed hebben gehad op jouw eigen socialisatie. 
  • Je kan het verschil uitleggen tussen nature-aanhangers en nurture-aanhangers.

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kan de 3 manieren waarop socialisatie plaatsvindt noemen.
  • Je kan uitleggen wat sociale controle is en voorbeelden geven van negatieve/positieve sancties.
  • Je kan uitleggen wat internalisatie betekent. 

Slide 4 - Diapositive

Schedule 
  • Intro : Chickenboy 
  • Explaining socialization
  • Questions 4.2

Slide 5 - Diapositive

socialization
= The conscious or unconscious learning of norms, values, and customs that belong to your group or society.

Three methods of socialization:

Imitation
Information
Social control

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Innate or Learned?

Nature = innate
Nurture = learned

For example: Is a sense of rhythm innate or learned through many drumming lessons?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Without a thought... 
Internalization = behavior has become second nature.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Good or bad behavior
Behavior is constantly observed and monitored by our environment.

This is called: social control.

Your environment shows whether it accepts your behavior or not, using sanctions.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

individualistic and collectivistic 
In individualistic cultures, people are given a significant degree of freedom to develop a personal identity. The emphasis is on individual growth. Examples include Dutch and American cultures.

In collectivistic cultures, the focus is on social identity. The collective takes precedence over the individual. Hospitality and care for others are important in these cultures. Examples include Arab, African, and Asian cultures.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

masculine and feminine
In masculine cultures, the roles of men and women are strongly divided. Men take on leading roles and focus on their careers, while women are expected to be modest and nurturing.

In feminine cultures, the roles of men and women overlap more. Examples include the Netherlands and the Scandinavian countries.

Slide 23 - Diapositive

Lees lesboek blz124-127
  1. What is the difference between nature supporters and nurture supporters?
  2. In what ways does the government influence your socialization?
  3. In what 3 ways does socialization take place? Give an example for each method.
  4. What is meant by internalization?
  5. What is the difference between your personal and social identity?
  6. What is the difference between an individualistic culture and a collectivistic culture?
  7. What is the difference between a masculine culture and a feminine culture?
timer
10:00

Slide 24 - Diapositive

Lezen: 4.2 - Worden wie
je bent (blz 124 t/m 127 - LB)
Maken: opdrachten 4,5,7 en 12
AAN DE SLAG!

Slide 25 - Diapositive

Cultuur bestaat uit:
A
normen, waarden gewoonten
B
normen, waarden, gewoonten en kenmerken
C
waarden, normen en tradities
D
normen, waarden, gewoonten en gedragsregels

Slide 26 - Quiz

Wat bedoelen we met de dominante cultuur?
A
de cultuur van de volwassenen
B
de cultuur van een kleine groep mensen
C
de cultuur die de meerderheid deelt
D
de cultuur van jongeren

Slide 27 - Quiz

Met subcultuur bedoelen we dat die cultuur:
A
afwijkt van de dominante cultuur
B
hoort bij de grootste groep van de samenleving
C
nog maar kort bestaat
D
verboden is

Slide 28 - Quiz

Wat is GEEN cultuur?
A
Wat je eet
B
Je geloof
C
De kleur van je ogen
D
Je kleding

Slide 29 - Quiz

Nature is ....
A
Aangeleerd
B
Aangeboren

Slide 30 - Quiz

Wat hoort bij nurture?
A
Opvoeding
B
Voetbaltalent
C
Ritmegevoel
D
Agressiviteit

Slide 31 - Quiz

Onder nurture valt
A
Je geslacht (mannelijk of vrouwelijk)
B
Je seksuele voorkeur
C
Je religie
D
Je opleiding tot muzikant

Slide 32 - Quiz

Wat is je sociale identiteit?
A
Het beeld dat je van jezelf hebt
B
Je normen en waarden.
C
De identificatie met verschillende groepen
D
Je omgeving.

Slide 33 - Quiz

Wat is socialisatie?
A
Sociaal zijn
B
Je netjes gedragen
C
aanleren van gewoonten die passen bij je cultuur
D
alle normen en waarden van een maatschappij

Slide 34 - Quiz

Dat de familie zich bemoeit met de partnerkeuze heeft te maken met de volgende cultuurdimensie..
A
masculien vs. feminien
B
collectivisme vs. individualisme
C
Individuele samenleving
D
Interesse en groepsbelang

Slide 35 - Quiz

In masculiene culturen wordt van vrouwen verwacht dat zij meer tijd besteden aan het huishouden en kinderen dan mannen.
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quiz