Basisstof 3 en 4
1 / 20
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
VORIGE LES:
Welk type weefsel bevat geen bloedvaten?
Welk type weefsel bevat geen bloedvaten?
timer
0:10
A
beenweefsel
B
kraakbeenweefsel
C
noch beenweefsel noch kraakbeenweefsel
Slide 2 - Quiz
VORIGE LES:
Welk type weefsel zorgt voor het soepel bewegen van het skelet?
Welk type weefsel zorgt voor het soepel bewegen van het skelet?
timer
0:10
A
beenweefsel
B
kraakbeenweefsel
C
noch beenweefsel noch kraakbeenweefsel
D
zowel beenweefsel als kraakbeenweefsel
Slide 3 - Quiz
VORIGE LES:
Welk type weefsel bevat veel kalkzouten?
Welk type weefsel bevat veel kalkzouten?
timer
0:10
A
beenweefsel
B
kraakbeenweefsel
C
noch beenweefsel noch kraakbeenweefsel
D
zowel beenweefsel als kraakbeenweefsel
Slide 4 - Quiz
VORIGE LES:
Bij welke mensen bevindt zich meer lijmstof dan kalkzouten in de botten?
Bij welke mensen bevindt zich meer lijmstof dan kalkzouten in de botten?
timer
0:10
A
jonge kinderen
B
pubers
C
volwassenen
D
ouderen
Slide 5 - Quiz
VORIGE LES:
Welk type beenverbinding bevindt zich tussen ribben en borstwervels?
Welk type beenverbinding bevindt zich tussen ribben en borstwervels?
timer
0:10
A
kraakbeenverbinding
B
gewricht
C
vergroeid
D
naadverbinding
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Welk deel zorgt binnen een gewricht voor soepele beweging?
timer
0:10
A
alleen kraakbeen
B
alleen gewrichtssmeer
C
zowel kraakbeen als gewrichtssmeer
D
de kapselband
Slide 14 - Quiz
Welk type gewricht bevindt zich tussen heupbeen en dijbeen?
timer
0:10
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewicht
Slide 15 - Quiz
Welk type gewricht bevindt zich tussen opperarmbeen en ellepijp?
timer
0:10
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewicht
Slide 16 - Quiz
Welk deel wordt tijdens de bewegingen samengetroken?
timer
0:10
A
alleen de pezen
B
alleen de spieren
C
zowel de pezen als de spieren
Slide 17 - Quiz
Wat is het kleinste deeltje in een spier dat kan samentrekken?
timer
0:10
A
de zenuwcel
B
de spiervezel
C
de spierbundel
D
de spierschede
Slide 18 - Quiz
Wat is de antagonist van de voorste dijspier?
timer
0:10
A
de achterste dijspier
B
de kuitspier
C
de bilspier
D
deze spier heeft geen antagonist
