2HA - chap 3 - herhaling pouvoir + vouloir + reg. ww op er

le lundi 18 janvier 2021
bonjour & bienvenue

cahier'd'activité
+ cahier (schrift)

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

le lundi 18 janvier 2021
bonjour & bienvenue

cahier'd'activité
+ cahier (schrift)

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen en programma
Aan het eind van de les
  • kun je een zin over jezelf maken met het werkwoord vouloir.
  • vervoeg je  probleemloos werkwoorden op -er.
  • heb je leuke voorbeelden van on line spelletjes gezien waarmee je pouvoir & vouloir kunt oefenen

Slide 2 - Diapositive

regelmatige er-werkwoorden
  • Hoe vervoeg je die ook alweer?
  • Neem het hele werkwoord en haal de -er eraf.
  • Wat je overhoudt is de stam.
  • Achter de stam zet je de uitgangen. Die leer je uit je hoofd. (leren met een liedje helpt)

Slide 3 - Diapositive

0

Slide 4 - Vidéo

Wij gebruiken
A
nous utilisons
B
vous utilisez
C
nous achetons
D
on aime

Slide 5 - Quiz

wij gebruiken
- utiliser --> stam = utilis
- bij nous is he stam + ons --> nous utilisons

Slide 6 - Diapositive

ik zoek
A
je chercher
B
je cherche
C
je cherches
D
je cherchez

Slide 7 - Quiz

jullie kopen

Slide 8 - Question ouverte

regelmatige -er werkwoorden in de passé composé
1) hulpwerkwoord hebben (avoir) of zijn (être)
2) voltooid deelwoord
      neem de stam van het werkwoord
      zet er é achter.

Bijvoorbeeld: ik heb gekocht

Slide 9 - Diapositive

ik heb gekocht
ik heb       = j'ai
gekocht   = acheté

ik heb gekocht = j'ai acheté

Slide 10 - Diapositive

wij hebben gebruikt
A
nous utilisé
B
nous avons utiliser
C
nous sommes utilisés
D
nous avons utilisé

Slide 11 - Quiz

wij hebben gebruikt
- gebruiken  =  utiliser 
 gebruikt     =  utilisé (stam: utilis + é)
- wij hebben = nous avons --> nous avons utilisé

Slide 12 - Diapositive

pouvoir (kunnen)

je peux
tu peux
il peut
nous pouvons
vous pouvez
ils peuvent
vouloir (willen)

je veux
tu veux
il veut
nous voulons
vous voulez
ils veulent

Slide 13 - Diapositive

PouVoir (kunnen)

je     _ eux
tu    _ eux
il      _ eut
nous    _ ou _ ons
vous    _ ou _ ez
ils         _ eu _ ent
VouLoir (willen)

je     _ eux
tu     _ eux
il       _ eut
nous     _ ou _ ons
vous      _ ou _ ez
ils           _ eu _ ent

Slide 14 - Diapositive

1

Slide 15 - Vidéo

01:11
Wat zou 'J'en peux plus' kunnen betekenen?

Slide 16 - Question ouverte

Maak en zin over jezelf met het werkwoord 'pouvoir'

Slide 17 - Question ouverte

on line oefenen
wordwall (zie volgende dia voor een voorbeeld).
Linkjes naar wordwall heb ik voor jullie in magister gezet.
Kijk bij het huiswerk van vrijdag én in de studiewijzer.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Slide 20 - Lien

au revoir 

Slide 21 - Diapositive