Om een tekst goed te begrijpen moet ik de betekenis van de woorden kennen.
Ik leer de betekenis van 10 woorden.
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8
Cette leçon contient 47 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Lesdoel les 1
Om een tekst goed te begrijpen moet ik de betekenis van de woorden kennen.
Ik leer de betekenis van 10 woorden.
Slide 1 - Diapositive
We gaan lezen
Onderstreep de woorden in de tekst die je niet snapt of kent.
Iedereen moet meerdere woorden onderstreept hebben!
Slide 2 - Diapositive
Welke woorden heb jij onderstreept?
Juf geeft beurten.
Je hoeft geen vinger op te steken of te gillen.
Slide 3 - Diapositive
verschillend
Slide 4 - Diapositive
van verschillende landen
Slide 5 - Diapositive
het schilderij of de foto van iemands gezicht
Slide 6 - Diapositive
de manier waarop je iets doet
Slide 7 - Diapositive
niet te zeggen hoeveel iets kost
Slide 8 - Diapositive
niet meer te maken
Slide 9 - Diapositive
in het begin, eerst
Slide 10 - Diapositive
opknappen, weer maken zoals het vroeger was
Slide 11 - Diapositive
het is jammer en niet nodig
Slide 12 - Diapositive
het mag volgens de wet
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
aan het werk
Maak de 25 vragen!
Lees de vragen goed!
Gebruik jouw woordenlijst!
timer
30:00
Slide 23 - Diapositive
Weet je nog: woorden
legaal
restaureren
aanvankelijk
uiteenlopend
Slide 24 - Diapositive
lesdoel 2
Ik kan spreekballonnen invullen en ik kan mij verplaatsen in iemand anders. Ik kan mij voorstellen wat de mening van iemand anders is.
Slide 25 - Diapositive
we gaan lezen
1. De eigenaar van het schilderij.
2. Prinses Beatrix.
3. Popart-kunstenaar Andy Warhol.
4. Eén van de dieven.
In de tekst komen verschillende mensen voor die iets te maken hebben met de inbraak. Wat vinden zij van de inbraak? Wat dachten zij toen de twee kunstwerken op straat werden gevonden?
Slide 26 - Diapositive
aan het werk
Vul de spreekballonnen in.
Klaar:
maak dan de extra vragen.
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
lesdoel 3
Ik snap de tekst nu goed en ik kan vragen over de tekst beantwoorden in mijn eigen woorden en met mooie zinnen.
Slide 33 - Diapositive
Inleiding
Lees regel 2 en 3 nog eens. Let op het woord Want in regel 2. Dit woord geeft aan dat er wordt uitgelegd waarom iets zo is
1
Let ook op het woord En in regel 2. Dit woord geeft een opsomming aan. Er wordt iets gezegd dat er ook nog bij hoort
2
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Waar verwijst Dat in regel 6 naar? Wat is uniek?
1
Lees regel 6 en 7. Let op het woord Want in regel 7. Dit woord geeft aan dat er een uitleg komt van waarom iets zo is.
2
Lees regel 9 tot en met 15 nog eens. Wat vertelt Anne Schulp in dit stukje over de vondst van de skeletten? Wat hij vertelt staat tussen aanhalingstekens.
3
Hoe komt het dat er niet vaak een skelet wordt gevonden van een triceratops?
4
Waarnaar verwijst Dat in regel 15? Wat is extra bijzonder?
5
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Lees regel 21 tot en met 28 nog eens. Wat vertellen de deskundigen Jimmy de Rooij en Anne Schulp?
1
Let op het woord ook in regel 24. Dit woord geeft aan dat er een opsomming wordt gegeven. Er wordt iets genoemd dat er nog bij hoort.
2
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Wat lees je in het stukje over het opgraven van de botten? En wat moest er daarna met de botten worden gedaan?
1
Wat vertelt Yasmin over het in elkaar zetten van de skeletten? Lees regel 34 tot en met 37 nog eens
2
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
Waarop zijn ze trots in het museum in Boxtel? Let op het woord Want in regel 41. Dit woord geeft aan dat er een reden voor iets wordt gegeven.
1
Wat is er nu gebeurd? Lees regel 46 en 47nog eens. Lees ook het onderschrift bij de foto die onderaan de tekst staat
2
Slide 43 - Diapositive
Slide 44 - Diapositive
Aan het werk
timer
30:00
Slide 45 - Diapositive
lesdoel 3
Ik weet wat verwijswoorden zijn en ik een vergelijkinsschema maken.