Recht en onrecht - Les 2 (2020-2021)

• Godsdienst
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Recht en onrecht

Wat gaan we doen? 

• Terugblik
• H1 - paragraaf A en B
• Evaluatie

Hoofdstuk 1A: Profeten zijn boodschappers van God.

Leerdoel 1.A – Je kunt vertellen over de tijd waarin de schriftprofeten leefden;

Leerdoel 1.B – Je kunt uitleggen wat een profeet is;

Leerdoel 1.C – Je kunt in eigen woorden vertellen dat een profeet een boodschap verkondigt van rechtvaardigheid en liefde.

Terugblik

Waar denk je dat het boekje 'recht en onrecht' over gaat?

Wat denk je: heeft God ook gevoelens/emoties? Waarom?

Wat weet je al van de 'profeten'?

Lees paragraaf 1.A

Het vorige boekje ging over het Nieuwe Testament...

Dit boekje  over de tijd van de koningen ('Kings') en de ballingschap ('Exile')

Hoofdstuk 1: de profeten

Voor de scheuring zag Israël er zo uit: 

Dit is de tijd van koning Saul, David en Salomo

Na de scheuring zag het land er zo uit:

De zoon van koning Salomo, 

Rehabeam, krijgt het tweestammenrijk (Juda) en Jerobeam, zijn vijand, krijgt het tienstammenrijk (Israël) 

Opdrachten blz. 3/4

- Lees de tekst
- Maak opdracht 1.1
- Lees de tekst
- Maak opdracht 1.2 (het antwoord op deze vragen = leerdoel 1.B en 1.C!)

Wat doet een profeet? Noem 5 dingen uit de tekst van blz. 3

 Opdrachten blz. 4

Gebruik de 'Bijbel in Gewone Taal'    (klik op de link)

- Lees de tekst onder opdracht 1.2

- Maak opdracht 1.3b/c/d/e --> c: niet habakuk 1:23, maar 1:2-3!
- Maak opdracht 1.4

- Maak opdracht 1.5

God heeft wel/geen gevoelens volgens opdracht 1.5, omdat...

Lees paragraaf 1.B (blz. 5) 

Wat heeft het plaatje van de vorige slide te maken met 'recht en onrecht'?

Mattheüs 22:34-40

     [36] ‘Meester, wat is de belangrijkste regel in de wet?’ Hij hoopte dat Jezus iets verkeerds zou zeggen. 

     [37-38] Jezus antwoordde: ‘De eerste en belangrijkste regel is deze: «De Heer is je God. Je moet van hem houden met je hele hart, met je hele ziel, en met je hele verstand.» [39] Maar de tweede regel is net zo belangrijk: «Van de mensen om je heen moet je evenveel houden als van jezelf.» [40] Die twee regels zijn de basis van de wet en van de andere heilige boeken.’

Opdracht 1.6

• Luister het liedje van het filmpje hiernaast.
• Maak opdracht 1.6

Wat heeft het liedje te maken met Mattheüs 22:34-40?

Overhoren Begrippen

In welke tijd leefden de schriftprofeten?

1. In de tijd van koning David
2. In de tijd van het tien- en tweestammenrijk
3. In de tijd van koning Salomo
4. In de tijd van de verspieders in Kanaän

Wat doet een profeet?

Met welke bedoeling doet een profeet dit allemaal?

Wat heb je deze les allemaal geleerd? Wat was nieuw voor je?

Heb je nog vragen over deze les?

Fijne dag verder!