farao-hoge ambtenaren-soldaten- lage ambtenaren - boeren - slaven
D
farao- hoge ambtenaren- lage ambtenaren-soldaten - boeren - slaven
Slide 13 - Quiz
Wat is Anubis hier aan het wegen?
A
Graan
B
Pannekoekemeel
C
Water
D
Een hart
Slide 14 - Quiz
waarom werd er een mummie van een farao gemaakt
A
dan konden ze hem ten toon stellen
B
hij had zijn lichaam nodig in het dodenrijk
C
Hij was niet echt dood
D
anders ging hij stinken
Slide 15 - Quiz
Wat hoorde NIET bij het maken van een mummie?
A
hersens er uit halen
B
lichaam in zout leggen
C
organen in potten stoppen
D
lichaam beschilderen
Slide 16 - Quiz
Hoe was de Nijl ontstaan?
A
Door het bloed van Osiris
B
Door het zweet van Sobek
C
Door de tranen van Isis
D
Door het bier van Bastet
Slide 17 - Quiz
In het plaatje hiernaast zie je de Egyptische god Anubis. Anubis is de god van...
A
De zon
B
De dode zielen
C
Het water
D
De liefde
Slide 18 - Quiz
Door wie werden Egyptische hiërogliefen geschreven?
A
Ambtenaren
B
De koning
C
Slaven
D
De pharoah
Slide 19 - Quiz
Zet de personen op de juiste plek
Ontstaan gelaagde samenleving in Egypte.
Slide 20 - Question de remorquage
Anubis droeg een...
A
Jakhalzenhoofd
B
Veer
C
Valkenhoofd
D
Lange sik
Slide 21 - Quiz
met wat is een mummie ingepakt?
A
verband
B
gips
C
linnen
D
wc papier
Slide 22 - Quiz
Osiris was de god van...
A
De lucht
B
De waarheid
C
Het dodenrijk
D
De zon
Slide 23 - Quiz
Bestudeer de bron.
Uit de bron blijkt dat:
A
boeren voor de farao werkten.
B
de farao oppermachtig was.
C
de farao veel ambtenaren in dienst had.
D
geen van de genoemde antwoorden is juist.
Slide 24 - Quiz
Een piramide was:
A
Een tempel voor een god.
B
Het paleis van de farao.
C
Het graf van de farao.
D
Een kunstwerk.
Slide 25 - Quiz
Egypte was een polytheïstische samenleving. Wat betekent polytheïstisch?
A
Dat mensen in meerdere goden geloofden
B
Dat mensen verschillende theesoorten dronken
C
Dat mensen veel samen moesten werken
D
Dat slavernij heel gebruikelijk was
Slide 26 - Quiz
Zet op chronologische volgorde van eerste naar laatste.
Egypte wordt één land
Uitvinding landbouw in Egypte
Uitvinding irrigatielandbouw
Eerste markten
Eerste steden
Slide 27 - Question de remorquage
Sleep de plaatsen naar hun plek op de landkaart.
Nijl
Boven Egypte
woestijn
Delta
Beneden Egypte
Slide 28 - Question de remorquage
De Nijl was belangrijk voor de Egyptenaren. Wat is wel waar.
A
De Nijl zorgde voor teveel overstromingen
B
De Nijl was een belangrijke verbindingsweg.
C
De Nijl zorgde soms voor een overstromingen
D
Door de Nijl kwamen er vijanden in Egypte (slag bij Kadesj).
Slide 29 - Quiz
Voor welke bevolkingsgroep was de uitvinding van het schrift belangrijk?
A
De slaven
B
De soldaten
C
De farao
D
De bedienden
Slide 30 - Quiz
Waardoor moesten de Egyptische boeren samenwerken?
A
Door bedreigingen van vijandelijke legers.
B
Door de overstromingen van de Nijl.
C
Door de hoge opbrengst van de landbouw.
D
Door de zwaarte van de arbeid op het land.
Slide 31 - Quiz
Welke omschrijving hoort bij een ambtenaar?
A
Iemand die producten maakt met zijn handen en gereedschap.
B
iemand in dienst van een bestuur.
C
Iemand die moet gehoorzamen
aan een regering.
D
Iemand die zijn brood verdient met het kopen en verkopen van goederen.
Slide 32 - Quiz
Gebruik de bron. In de bron zijn 6 woorden weggelaten. Waar moeten de woorden staan?
“Het Dodenboek is een verzameling magische teksten en begrafenisliederen die op … (1) zijn geschreven en die naast … (2) worden gelegd. De bedoeling van het Dodenboek is ervoor te zorgen dat de overledene in het … (3) overleeft. Daarom zijn er veel lofzangen op de goden van het oude Egypte, in het bijzonder … (4). Zij regeren immers over het immens grote en gevaarlijke rijk van de duisternis. De … (5) teksten kunnen de wereld van de doden tot leven wekken, de overledene op zijn lange eeuwigdurende reis naar het hiernamaals beschermen. Het is een soort … (6).”
A
(1) De mummie, (2) papyrus,
(3) wegwijzer, (4) Ra en Osiris, (5) magische, (6) Hiernamaals.
B
(1) Papyrus, (2) de mummie, (3) hiernamaals, (4) Ra en Osiris, (5) magische, (6) wegwijzer.
C
(1) Papyrus, (2) Ra en Osiris, (3) de mummie, (4) magische, (5) wegwijzer, (6) Hiernamaals.
D
(1) De mummie, (2) Ra en Osiris, (3) magische, (4) Ra en Osiris, (5) wegwijzer, (6) papyrus
Slide 33 - Quiz
Uitspraak 1: Horus was de 'god van de lucht' en Osiris is de 'god van het dodenrijk'. Deze goden zijn gebaseerd op de wetenschap / een mythe.
Uitspraak 2: Het graf van Toetanchamon is in 1922 gevonden, dat is de 19e eeuw / 20e eeuw
A
1. de wetenschap, 2. 19e eeuw
B
1. de wetenschap, 2. 20e eeuw
C
1. een mythe, 2. 19e eeuw
D
1. een mythe, 2. 20e eeuw
Slide 34 - Quiz
Waarom was de vondst van het graf van Toetanchamon zo belangrijk?
A
Het graf lag verstopt in het Dal der Koningen .
B
Het graf was niet leeggeroofd. En dus konden we er veel informatie vandaan halen.
C
Het graf was niet leeggeroofd. En dus konden we de spullen voor veel geld verkopen.
D
Dan wisten ze waar hij begraven lag
Slide 35 - Quiz
Wat zien we tegenwoordig nog terug van de veroveringen van Alexander de Grote?
A
Helemaal niks
B
Voetbaltactiek
C
Namen van steden
D
Onze koning is naar hem vernoemd
Slide 36 - Quiz
De beroemdste vrouw uit Afrika, was waarschijnlijke de Egyptische koniging
A
Mahalla
B
Cleopatra
C
Nefertiti
D
Daliha
Slide 37 - Quiz
Wat is de juiste volgorde? 1. Rond de Nijl leven Jagers en verzamelaars 2. er ontstaan steden zoals Memphis en Thebe 3. Egypte wordt 1 rijk 4 Alexander de grote verovert Egypte 5. In het nijldal gaan de bewoners over op de landbouw