Toets bespreking en paragraaf 3.1

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom 1L!

05-12-24

Planning

1. Toets bespreking
2. Sinterklaas mini quiz
3. Paragraaf 3.1 

Toets nabespreken

• Alles van tafel behalve een pen/potlood (niet zwart, rood of blauw!)
• Heb je een vraag? Steek je hand op
• Niet op je toets schrijven
• Vul eventuele vragen over het nakijken in op het formulier

Welk Sinterklaasliedje hoor je hier?

1. Hoor wie klopt daar kinderen
2. Zie de maan schijnt door de bomen
3. Sinterklaas kapoentje
4. Zie ginds komt de stoomboot

Welk Sinterklaasliedje hoor je hier?

1. Dag Sinterklaasje
2. Het paard van Sinterklaas
3. Zie de maan schijnt door de bomen
4. Zachtjes gaan de paarden voetjes

Welk Sinterklaasliedje hoor je hier?

1. Hij komt, hij komt, die lieve goede sint
2. Dag Sinterklaasje
3. Sinterklaas is jarig
4. Hop, Hop, Hop, paardje in galop

Het Romeinse Rijk viel door volksverhuizingen uit elkaar

1. Waar
2. Niet waar

Het belangrijkste middel van bestaan werd na de val van het Romeinse Rijk...

1. Jagen en Verzamelen
2. Landbouw
3. Industrie
4. Ontdekkingsreizen/handel

Na de val van het Romeinse Rijk werden ... erg machtig

1. De Romeinen
2. De Christen
3. De Franken
4. De Saksen

De tijd na de 'tijd van de Grieken en Romeinen' noemen we de...

1. Oudheid
2. Middeleeuwen
3. Tijd van Monniken en Ridders
4. Tijd van steden en staten

Karel de Grote was...

1. De Paus
2. Een Bisschop
3. Leider van de Franken
4. Een Keizer

Wat zou een nadeel kunnen
zijn van het hebben
van een groot rijk?

Leerdoelen

1. Aan het einde van de les kan ik uitleggen wie Karel de Grote was.

2. Aan het einde van de les weet ik hoe het Frankische rijk bestuurd werd.

Een rijk van graafschappen en hertogdommen

• Verdelen van het rijk in kleine gebiedjes 
• Voor het verdedigen
• bestuurd door belangrijke mensen
• Hertog: Hertogdom
• Graaf: Graafschap

• Straffen en belasting bepalen (voorrechten)
• Mensen met voorrechten: edelmannen/edelen. Zij zijn van adel
• In ruil voor voorrechten: Advies geven en helpen bij een oorlog (wapens, paarden of ridders sturen)

Huiswerk

Maken P3.1

Vraag 1 t/m 5 (blz. 92 & 93)

Voor vrijdag 06-12, 4e uur

Leerdoelen

1. Aan het einde van de les kan ik uitleggen wie Karel de Grote was.

2. Aan het einde van de les weet ik hoe het Frankische rijk bestuurd werd.