Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
SO Thema 4 Evolutie
Slide 1 - Diapositive
Plaats de hierboven genoemde stoffen in het juiste vak
Organisch
Anorganisch
Kokosvet
Zetmeel
Aminozuren
Natriumfosfaat (Na3PO4)
Ijzer
Waterstof
Calcium
Koolstofdioxide (CO2)
Slide 2 - Question de remorquage
De coloradoever leeft onder andere op de Aardappel (Solanum tuberosum L.), op de tomaat (Solanum lycopersum L.) en op Bitterzoet (Solanum dulcamara L.). Tot hoeveel soorten en geslachten horen deze drie planten?
A
Tot 1 soort en 3 geslachten
B
Tot 3 soorten en 3 geslachten
C
Tot 1 geslacht en 3 soorten
D
Tot 1 soort en 1 geslacht
Slide 3 - Quiz
Welke organismen kunnen zich voortplanten door middel van sporen?
A
Schimmels
B
Slakken
C
Bacteriën
D
Archaea
Slide 4 - Quiz
Bekijk de afbeelding. De stamboom weergeeft de afstamming van apen en halfapen volgens de evolutietheorie. Aan welke groep zijn de gorilla’s het meest verwant volgens de stamboom?
Slide 5 - Question ouverte
Bij bacteriën ligt het DNA los in het cytoplasma.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
De sneeuwgans (Anser caerulescens) en de dwerggans (Anser erythropus) vallen onder hetzelfde geslacht
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Heterotrofe organismen kunnen organische stoffen maken uit alleen anorganische stoffen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
In een populatie muizen ontbreekt een sterke selectiedruk. In deze populatie verwachten we daarom veel genetische variatie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Schimmels kunnen autotroof of heterotroof zijn.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Bij een sterke selectiedruk verandert de allelfrequentie van een populatie niet.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Noem 2 factoren die zorgen voor genetische variatie in een populatie
Slide 12 - Question ouverte
’s Zomers als het warm is, zie je soms groene lagen op het water van sloten en meren drijven. Het lijkt alsof er groene olieverf op het water is gemorst. Deze lagen bestaan uit zogenaamde ‘blauwwieren’, die zich bij warm weer in voedselrijk water snel vermeerderen. Blauwwieren zijn geen echte wieren. Het zijn eencellige organismen die wel een celwand en chlorofyl hebben, maar geen celkern en geen bladgroenkorrels. Tot welk rijk behoren blauwwieren?
A
Dieren
B
Bacteriën
C
Planten
D
Schimmels
Slide 13 - Quiz
Factor V Leiden (FVL) is een erfelijke bloedstollingziekte. De oorzaak is een verandering in het erfelijk materiaal: een guaninebase is vervangen door een adeninebase. Een persoon met FVL heeft meer kans op het ontstaan van bloedpropjes in het bloed. Die bloedpropjes kunnen leiden tot een verstopping in de bloedvaten. Dit heet trombose. Vrouwen met FVL verliezen bij de bevalling minder bloed dan vrouwen zonder deze ziekte. Een vrouw met FVL kan zowel een hogere als een lagere fitness hebben dan een gezonde vrouw. Leg dit uit.
Slide 14 - Question ouverte
Door natuurlijke selectie past een populatie zich aan de omgeving door de tijd heen. Door alleen natuurlijke selectie ontstaan echter geen nieuwe soorten. Wat is er nog meer nodig voor het ontstaan van nieuwe soorten volgens de evolutietheorie?
Slide 15 - Question ouverte
Om te bepalen of de twee varianten aparte soorten zijn, hebben onderzoekers het genoom van deze bruinvissen bestudeerd. Omdat de Yangtze-bruinvissen geografisch geïsoleerd zijn van de zoutwaterbruinvissen, treedt er geen voortplanting op tussen deze twee varianten. Verklaar dat dit nog niet betekent dat de Yangtze-variant een aparte soort is.
Slide 16 - Question ouverte
Door de grote genetische verschillen die ze vonden, zijn de onderzoekers nu van mening dat er sprake is van twee aparte soorten. De kans is groot dat de populatie Yangtze-bruinvissen zal uitsterven als de populatiegrootte tot minder dan honderd dieren is gedaald. Leg uit waardoor een kleine populatie makkelijk uitsterft.
Slide 17 - Question ouverte
Naar aanleiding van de stamboom doet Floor de volgende uitspraken:
Geef van onderstaande uitspraak aan of deze juist of onjuist is:
De bruine kikker en de heikikker behoren tot dezelfde soort
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Naar aanleiding van de stamboom doet Floor de volgende uitspraken:
Geef van onderstaande uitspraak aan of deze juist of onjuist is:
De gewone pad is nauwer verwant aan de knoflookpad dan aan de boomkikker