H1: Kun jij kopen wat je wilt? 1.3 Je inkomsten en uitgaven ( Pincode editie 7) deel 1

Welkom bij €conomie
Hoofdstuk 1: Kun jij kopen wat je wilt?



1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij €conomie
Hoofdstuk 1: Kun jij kopen wat je wilt?



Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?

           
  • Herhalen theorie 1.2 Hoe word je beïnvloed? 
  • Theorie 1.3 Je inkomsten en uitgaven
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhalen 1.2
Leerdoelen:

Je kunt nu:

  • het verschil uitleggen tussen sociale beïnvloeding en commerciële beïnvloeding √
  • de 6 P's van marketing noemen en herkennen √
  • uitleggen wat een doelgroep is. √
  • verschillende soorten reclame van elkaar onderscheiden. √
  • Je kunt een percentage uitrekenen.√

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.3 Je inkomsten en uitgaven
Leerdoelen:

Aan het einde van deze les kun je

  • wat het verschil is tussen een begroting maken en budgetteren
  • welke soorten inkomens er zijn

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grip op je geld?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inkomensvormen

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig aan het werk 
timer
10:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 1 t/m 5 op blz 18 en 19. Je mag overleggen. Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? 
Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Maak de herhalingsopgaven. 
Maak de woordzoeker.
Oefen met de flashcards.
Daarna help je een klasgenoot.

Slide 7 - Diapositive

Sponsopdracht: 1b en c
Opgave 1 blz 18:

Lukt het jou altijd om met het geld uit te komen dat je ontvangt?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 2 blz 18:

Een overzicht maken van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de
komende periode noem je een begroting opstellen / budgetteren.
A
begroting opstellen
B
budgetteren

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 2 blz 18:

Het afstemmen van je inkomsten op je uitgaven noem je
bezuinigen / budgetteren.
A
bezuinigen
B
budgetteren

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 3 blz 18:

a Welke uitgaven uit deze top 5 zijn ook jouw belangrijkste uitgaven?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 3 blz 18:

b Er zijn 1,4 miljoen jongeren van 12 t/m 18 jaar.
Schrijf 1,4 miljoen voluit.

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 3 blz 18:

c Bereken hoeveel jongeren er geld uitgeven aan cadeaus. Maak een verhoudingstabel!

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 4 blz 19:
Meryem maakt een overzicht van haar inkomsten en uitgaven.
a Bereken de totaalbedragen en zet die in het overzicht.
Totaal inkomsten:....
Totaal uitgaven:.....


Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 5 blz 19:

Bekijk de afbeelding naast de leertekst.
Geef hieronder aan welk soort inkomen de volgende personen krijgen. Maak
de juiste combinaties.

Umit helpt zijn oom mee in zijn bedrijf en krijgt als beloning een game.
A
Uit bezit
B
Overdrachtsinkomen
C
In natura
D
Uit arbeid

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 5 blz 19:

Bekijk de afbeelding naast de leertekst.
Geef hieronder aan welk soort inkomen de volgende personen krijgen. Maak
de juiste combinaties.

Susan werkt in de horeca en ontvangt één keer per maand haar loon.
A
Uit bezit
B
Overdrachtsinkomen
C
In natura
D
Uit arbeid

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 5 blz 19:

Bekijk de afbeelding naast de leertekst.
Geef hieronder aan welk soort inkomen de volgende personen krijgen. Maak
de juiste combinaties.

Lennard krijgt elke maand € 40 aan kleedgeld van zijn ouders.
A
Uit bezit
B
Overdrachtsinkomen
C
In natura
D
Uit arbeid

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opgave 5 blz 19:

Bekijk de afbeelding naast de leertekst.
Geef hieronder aan welk soort inkomen de volgende personen krijgen. Maak
de juiste combinaties.

Yasmine verhuurt tijdens vakanties haar appartement aan toeristen.
A
Uit bezit
B
Overdrachtsinkomen
C
In natura
D
Uit arbeid

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiten 1.3 deel 1
Leerdoelen:

Je kunt nu:

  • wat het verschil is tussen een begroting maken en budgetteren √
  • welke soorten inkomens er zijn.√

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions