1.3 Je inkomsten en uitgaven

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

1.3 Je inkomen en uitgaven

PLANNING

herhaling VORIGE LES 1.2

LEERDOELEN

UITLEG 

MAKEN OPDACHTEN 

TERUG

Weet je het nog?

• Wat het verschil is tussen sociale en commerciële beïnvloeding?
• Wat is een doelgroep?
• Welke soorten reclame zijn er?
• wat zijn de 6 P's van de marketingmix?

Leerdoelen

1. Wat is het verschil tussen een begroting maken en budgetteren?
2. Welke soorten inkomens zijn er?
3. Welke soorten uitgaven zijn er?
4. Je kunt bedragen omrekenen van maand naar week en andersom.

Begroting & budgetteren

Begroting

Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.

Budgetteren

Zorgen dat je uitgaven niet hoger worden dan je inkomsten

→ dus geen geld tekort komen

Soorten inkomens

Inkomen in natura

Inkomen uit bezit

Inkomen uit arbeid

Overdrachtsinkomen

Kleedgeld

Spullen of goederen

Rente

Winst

Uitgaven

 Vasten lasten  

Dagelijkse uitgave                             Incidentele uitgaven

Rekenen

Van week naar maand:

Van maand naar week:

Je ontvangt €20 zakgeld per week. Bereken je zakgeld per maand.

Aan de slag

Maken: 1.3 opgaven 1 t/m 10 (blz. 18-21)

Tijd: 20 min

Leerdoelen: reflectie

1. Wat is het verschil tussen een begroting maken en budgetteren?
2. Welke soorten inkomens zijn er?
3. Welke soorten uitgaven zijn er?
4. Je kunt bedragen omrekenen van maand naar week en andersom.

Begrippen uit deze les

1. Begroting

2. Budgetteren

3. Inkomensvormen

4. Overdrachtsinkomen

5. Inkomen in natura

6. Dagelijkse uitgaven

7. Incidentele uitgaven

8. Vaste lasten

Hoe noemen we het afstemmen van je inkomsten en uitgaven?

Inkomen uit arbeid

Inkomen uit bezit

Overdrachtsinkomen

Wat zijn GEEN vaste lasten?

1. wekelijkse brood kopen bij de bakker
2. telefoonabonnement
3. lidmaatschap voetbal
4. huur

Wanneer je van maanden naar weken wilt rekenen moet je ....

1. eerst :12, daarna x52
2. eerst x12, daarna :52
3. eerst :52, daarna x 12
4. eerst x52, daarna :12

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

vragen??