Herhaling is belangrijk!
Iedereen heeft een spreekaart gekregen.
Doel : Je kan een gesprek voeren over war je bent gewest en waar je zou willen naartoe gaan. Je moet de spreekaart invullen.
Zodra de timer af is moet je veranderen van gesprekpartner.
Je hebt minder tijd voor elke ronde.
Start het gesprek met :
1/ Tu as été où?
2/ Tu voudrais aller où?
Per gesprek moeten beide weten waar, wanneer en met wie iemand is gewest en waar, wanneer en met wie hij zou naartoe willen.