Mobiliteit

Mobiliteit
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Mobiliteit

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van het eerste deel van de les;
Kan je benoemen wat het belang is van ergonomisch werken
Kan je de mobiliteitsklassen benoemen 
Ben je op de hoogte van verschillende hulpmiddelen
 



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is volgens jou mobiliteit?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Mobiliteit zegt iets over de bewegelijkheid van iemand. Dus hoe kan iemand lopen, zitten of bewegen.

De beperkingen van de bewoners hebben 
invloed op de lichamelijke belasting 
van jou als zorgverlener.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent van de zorgverleners heeft lichamelijke klachten?
A
15%
B
25%
C
40%
D
60%

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je lichamelijke klachten bij jezelf voorkomen?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Ergonomisch werken

Ergonomisch werken wil zeggen dat je zorgt dat je geen lichamelijke en geestelijke klachten oploopt door je werk.
  • Lichaamshouding
  • Hulpmiddelen --> tillift, glijzijl, draaischijf 
  • Materialen in hoogte verstelbaar --> bureaustoel

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Richtlijnen
Praktijkrichtlijn Fysieke belasting;
Indeling in mobiliteitsklassen;
Transferprotocol

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Praktijkrichtlijn fysieke belasting

* maximaal 23 kg tillen
* maximaal 15 kg per hand duwen/trekken, twee handen 25 kg
* maximaal 5 kg bij trekken vanuit de vingers


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Juiste werkhouding
Let op juiste houding bij het aan- en uittrekken van steunkousen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hulpmiddel gebruik jij voor het aantrekken van steunkousen?
A
easy slide
B
doff 'n donner
C
rubberen handschoenen
D
niets

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juiste werkhouding
Let op de juiste houding tijdens het verschonen of helpen van een zorgvrager op bed

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De cliënt heeft een hoog-laag bed. Je gaat haar samen met je veel langere collega verzorgen. Op welke hoogte staat het bed?
A
Op hoogte van de langste
B
Op hoogte van de kleinste
C
Ergens er tussen in
D
We passen de bedhoogte niet aan

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

door je knieën, rechte rug
zo dicht mogelijk bij jezelf houden
draai met je voeten 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mobiliteitsklassen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mobiliteitsklasse A,B en C
A               A = vrijwel zelfstandig in mobiliteit
                  B= Vrij zelfstandig maar hulp bij transfers en ADL;                                geven van aanwijzingen of richting bij opstaan. Kleine                      hulpmiddelen als papegaai of draaischijf
                  C= Kunnen niet zelfstandig opstaan, meestal rolstoel-                      gebonden, enige rompbalans, steunen op 1 been

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mobiliteitsklasse D en E


D= vrij passief in mobiliteit, 
onvoldoende rompbalans, 
geen steun op 1 
of beide benen. 



E= vrijwel volledig passief, bijna volledig bedlegerig, neiging tot stijfheid en contracturen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Transferprotocol
Onderdeel van het zorgdossier
Geeft precies aan hoe de transfers moeten verlopen
Regelmatige herziening noodzakelijk

Kijk eens in het dossier

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hulpmiddelen
gebruik al?

Slide 19 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus
Meneer Jansen woont al een aantal jaren in een verpleeghuis. Meneer kan niet meer lopen en heeft geen sta-functie meer. Meneer is rolstoelafhankelijk.
Welk hulpmiddel gebruik je om meneer uit bed te halen?

A
Een draaischijf
B
Een actieve tillift
C
Een passieve tillift
D
Geen van de drie

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dilemma; de cliënt wil niet dat je een passieve tillift gebruikt. Hij vind dit eng en met een beetje duw en trekwerk van jou kant gaat de transfer volgens hem nog prima. Gebruik je de tillift?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De tillift
twee soorten liften:
  • de actieve lift  
  • de passieve lift

Hoe maak je de juiste keuze? 

Slide 23 - Diapositive

Als een zorgvrager zich niet meer kan verplaatsen, wordt er een tillift gebruikt.
Er zijn twee soorten liften:
de actieve lift
de passieve lift
Om een keuze te maken tussen een actieve- of passieve lift, moet je weten wat een zorgvrager nog zelf kan. 

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak: zorgpad Mobiliteit (VIG)
weektaak persoonlijke verzorging en ADL (HZW)

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
  • VIG: zorgpad mobiliteit                                                                           Lees de leerdoelen en kies er drie uit waar jij meer over wil   weten 
  • HZW: weektaak voor persoonlijke verzorging en ADL

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Door welke oorzaken kunnen ouderen vallen?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vallen door:
  • verminderd evenwichtsgevoel
  • afnemende spierkracht
  • slechter zicht
  • andere manier/ houding van lopen
  • ziekte
  • niet gebruiken van hulpmiddelen
  • slechte verlichting
  • hindernissen (deurmat, drempels etc)
  • uitglijden
  • medicijnen of genotsmiddelen
  • duizeligheid

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een zorgvrager loopt met rollator, waar let je op?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De positie waarbij het bed van de zorgvrager aan het hoofdeinde licht naar boven wordt gezet, zodat het voeteneinde lager komt te liggen dan het hoofdeinde, heet:
A
Trendelenburgpositie
B
Anti-trendelenburgpositie

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen actief en passief bewegen?

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verminderde mobiliteit; welke aandoening denk je aan?

Slide 34 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Je gaat lopen met een zorgvrager met Parkinson. Wat kun je verwachten?

Slide 36 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken van zorgvrager met parkinson bij lopen

stijfheid van armen en benen (rigiditeit)
trillen van armen en benen
traagheid
gemakkelijk vallen (houdingsinstabiliteit)
moeite met opstaan (terugvallen in de stoel)
moeite met omdraaien tijdens het lopen
verminderd optillen van de benen bij lopen en daardoor een sloffende gang
lopen met kleine pasjes
voorovergebogen houding met doorgezakte knieën
moeite met starten en stoppen van een beweging

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rol verzorgende
Vooraf uitleg geven
Korte duidelijke instructies
Eventueel houdingscorrectie
Goed schoeisel
Geen obstakels
Deuntje te neuriën of in zijn hoofd een liedje te zingen
Ondersteunen aan de sterkste kant zo nodig
Jouw arm door die hem van steken zo nodig



Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ergotherapeut is er alleen voor de cliënt, niet voor de medewerkers
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions