introductieles economie + arbeidsproductiviteit vliegtuigjes

waar denk jij aan bij economie?
1 / 15
suivant
Slide 1: Carte mentale
EconomieBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

waar denk jij aan bij economie?

Slide 1 - Carte mentale

PRODUCEREN, CONSUMEREN, GOEDEREN & DIENSTEN

Slide 2 - Diapositive

Produceren
  • Produceren = het maken van goederen en het leveren van diensten

Slide 3 - Diapositive

Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd 

Slide 4 - Diapositive

Maak binnen 1 minuut zoveel mogelijk vliegtuigjes. 
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Hoe kun je de arbeidsproductiviteit vergroten?

Slide 6 - Question ouverte

Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
  • Technologische ontwikkelingen
  • Arbeidsverdeling (specialisatie)
  • Scholing
  • Prestatiebeloning
  • Verbeteren van arbeidsomstandigheden 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Maak binnen 1 minuut zoveel mogelijk vliegtuigjes. 
timer
1:00

Slide 9 - Diapositive

Joost repareert een vensterbank voor Stijn. Is hier sprake van goederen en/of diensten?
A
Vensterbank = dienst, repareren = goed
B
Vensterbank = goed, repareren = dienst
C
Vensterbank = dienst repareren = dienst
D
Vensterbank = goed, repareren = goed

Slide 10 - Quiz

Gaat het hier om een goed of een dienst?
GOEDEREN
DIENSTEN
Inschrijving sportschool
Sportschoenen
Trainingspak
Sporttas
Huur squashracket
Huur kluisje

Slide 11 - Question de remorquage

Welk van onderstaande manieren verhoogt de arbeidsproductiviteit?
A
Arbeidsverdeling
B
Langer werken
C
Mensen ontslaat
D
Door scholing

Slide 12 - Quiz

De winkels zijn in december elke avond open. Wordt hierdoor de arbeidsproductiviteit groter?
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quiz

Als de arbeidsproductiviteit toeneemt, kunnen de productiekosten ...
A
dalen.
B
stijgen.
C
gelijk blijven.
D
verdwijnen.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo