Leesvaardigheid oefenen deel 1

Doel

  • woordenschat vergroten middels SO's en lezen
  • oefenen met lezen
  • voorbereid zijn op examen leesvaardigheid SE en CE
  • woordenboek gebruik oefenen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Doel

  • woordenschat vergroten middels SO's en lezen
  • oefenen met lezen
  • voorbereid zijn op examen leesvaardigheid SE en CE
  • woordenboek gebruik oefenen

Slide 1 - Diapositive

Ik heb de examenbundel Frans in huis.
oui
non

Slide 2 - Sondage

Ik heb de examenbundel bij me.
oui
non

Slide 3 - Sondage

Ik heb een woordenboek F-N in huis.
oui
non

Slide 4 - Sondage

PO5 : dossier lire (5%)
 Donderdag 23 maart inleveren op papier
  1. Samenvatting van onderdeel A: kennis van land en samenleving (p 21) uit je examenbundel.​
  2. Leesexamen Frans 2019 analyseren 
  3. 2 s.o.’s woordenschat (9 en 23 februari)
  4. Persoonlijke woordenlijst (minimaal 100 woorden)


Slide 5 - Diapositive

Examen 2019 analyseren
iedere tekst:
  • markeer signaalwoorden
  • 8 cruciale woorden vertalen en betekenis noteren in kantlijn
  • antwoord markeren en vraagnummer erbij schrijven (als er meer dan 1 vraag over een tekst is).

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Vertaal het signaalwoord:
'd'abord'
A
aan boord
B
aangeven
C
ten eerste
D
ten beste

Slide 8 - Quiz

Vertaal het signaalwoord:
'comme'
A
zoals
B
omdat
C
maar
D
want

Slide 9 - Quiz

Vertaal het signaalwoord "maar"
A
Mais
B
Aussi
C
Parce que
D
Également

Slide 10 - Quiz

Vertaal het signaalwoord "ook"
A
Jamais
B
Aussi
C
Après
D
Avant

Slide 11 - Quiz

Vertaal het signaalwoord "omdat"
A
Car
B
Parce que
C
Et
D
De plus

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Hoe goed ben jij in leesvaardigheid?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

Leestips
1 Start altijd met titel, plaatje, kopje. Dat is de grote lijn/ de hoofdgedachte van de tekst 
Je kan scannen naar tekstkenmerken wat valt je op? 
2 Lees eerst de vraag en ga op zoek naar het antwoord in de tekst. Je leest per alinea. Bewijs je antwoord altijd met de tekst.

Lees door, en zorgvuldig. Kijk naar de woorden die je wel kent. Vaak kan je woorden herleiden uit een andere taal
3 Markeer signaalwoorden 
Markeer de kernzin als je die kan vinden 
4 Onderwerp/werkwoord/zelfstandig naamwoorden zijn vaak de belangrijkste woorden in een zin 
5 Streep foute antwoorden weg 

Slide 15 - Diapositive

tekst 1
Wie vindt het belangrijk dat je elkaar iets kunt vergeven in de liefde?
tip: welk woord herken je dat met vergeven te maken heeft?

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Deze persoon vindt iets kunnen vergeven belangrijk in de liefde;
A
Alexandra
B
Mireille
C
Valérie
D
Caroline

Slide 18 - Quiz

Tekst 2 

Lees eerst de titel en vorm een idee waar de tekst over zal gaan

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Waartegen voert Chloé actie en hoe doet ze dat?

Slide 21 - Question ouverte

tekst 2 alinea 1
Lees nu alinea 1 ;
hoe kwam ze op het idee om  tekeningen te gebruiken, hoe lang is ze actief op de site?
tip: wat betekent tekening of tekenen in het Frans?

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Hoe lang is ze al actief op de site?

Slide 24 - Question ouverte

Wat is haar belangrijkste doel?

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Wat is het probleem van haar tante?

Slide 27 - Question ouverte

tekst 2 laatste alinea
Wat is de conclusie van de tekst?

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

De juiste conclusie is;
A
Jongeren starten vaker met roken door internet
B
het is goed dat jongeren elkaar helpen te stoppen met roken
C
jongeren starten met roken omdat het stoer is
D
jongeren beginnen steeds jonger met roken

Slide 30 - Quiz

Op domein
  • Examen 2019 maken en anayseren op de manier die van je wordt gevraagd.  

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive