hst 5 paragraaf 4 "ongewenste ionen verwijderen"

hst 5.4 "ongewenste ionen verwijderen"
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

hst 5.4 "ongewenste ionen verwijderen"

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen
  • Je kunt met behulp van een oplosbaarheidstabel verklaren hoe uit een oplossing een ionsoort verwijderd kan worden.

Slide 2 - Diapositive

Scheiden van mengsels
  • Twee of meer stoffen in een mengsel uit elkaar halen.
  • Gebruik maken van verschil in stofeigenschappen.

Verschillende eigenschappen: 
  • fase bij kamertemp.
  • kleur, geur
  • oplosbaarheid
  • kook- en smeltpunt
  • elektrische geleidbaarheid

Slide 3 - Diapositive

Scheiden van suspensie
  • Bezinken = zware vaste stof zinkt naar de bodem > verschil in dichtheid.

  • Filtratie = grote deeltjes vaste stof uit een vloeistof halen middels filtreerpapier > verschil in deeltjesgrootte.

  • Residu = vaste stof die achterblijft in het filter.
  • Filtraat = de vloeistof die door het filter loopt. 

Slide 4 - Diapositive

Scheiden van oplossing vaste stoffen
  • Indampen = verdampen van het oplosmiddel > verschil in kook-/smeltpunt.
  • Wanneer zouten ingedampd worden, ontstaat een neutraal geladen stof! Na+(aq) + Cl-(aq)        NaCl(s)

  • Residu = vaste stof die achterblijft.

Slide 5 - Diapositive

  • Extraheren = één of meerdere vaste stoffen oplossen in oplosmiddel > verschil in oplosbaarheid.
  • Daarna kun je de opgeloste stof filtreren of indampen. 
  • Bij indampen ontstaat een extract.

  • Extractiemiddel = vloeistof waarin de ene stof wel en de andere stof niet oplost.
  • Residu = vaste stof die
    achterblijft.
Bijv.: chemisch reinigen

Slide 6 - Diapositive

Scheiden van vloeistoffen
  • Destillatie = verhitten, oplosmiddel verdampt, damp opvangen en condenseren > verschil in kookpunt

  • Destillaat = gecondenseerde vloeistof (laag kookpunt).
  • Residu = vloeistof die niet verdampt en dus achterblijft (hoog kookpunt).

Slide 7 - Diapositive

Verwijderen van verontreiniging
  • Adsorberen = het hechten van een stof aan het oppervlak van een andere stof > verschil in aanhechtingsvermogen.
  • Actieve kool = fijngemalen koolstof met speciale bewerking > veel minuscule openingen & gangen.

Voorbeeld: drinkwater,
kleurstoffen uit voeding 
halen. 

Slide 8 - Diapositive

Neerslag kun je gebruiken! 
Als er een neerslag ontstaat, heb je eigenlijk een zout gemaakt! (vorige les)

Je kunt een neerslag ook gebruiken om een ion uit de oplossing te halen. 

Hoe doe je dat?

Slide 9 - Diapositive

voorbeeld
Stel, je wilt fluoride-ionen verwijderen uit een oplossing 

Maak dan een oplossing van een zout naar keuze
Voeg jouw gekozen oplossing toe aan de oplossing met F-
Filtreer de neerslag 

Slide 10 - Diapositive

Hoe kies je dat zout?
Hoe kies je het zout waarvan je een oplossing gaat maken?
  • Zoek een ion dat met F- een s vormt in tabel 35



welk ion zou je kunnen kiezen?

Slide 11 - Diapositive

van ion naar gekozen zout
ok, je kiest bijvoorbeeld voor het calcium-ion

Ca2+ zit niet los in een potje. Dat moet een zout zijn.
Dat  zout moet goed oplosbaar zijn, dus kies voor NO3-
Het zout is dus Ca(NO3)2

Slide 12 - Diapositive

van ion naar gekozen zout
ok, je kiest bijvoorbeeld voor het calcium-ion

Ca2+ zit niet los in een potje. Dat moet een zout zijn.
Dat  zout moet goed oplosbaar zijn, dus kies voor NO3-
Het zout is dus Ca(NO3)2

Slide 13 - Diapositive

Ca2+
F-
s
NO3-
g

Slide 14 - Diapositive

Reactievergelijking
Ca2+ (aq) + 2 F- (aq) --> CaF2 (s)

NEERSLAGVERGELIJKING

Slide 15 - Diapositive