Cette leçon contient 29 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
3.1 De regels voor experimenteel onderzoek
3.2 Gegevens verzamelen en vastleggen
Slide 1 - Diapositive
Periode 2
H3 Wetenschappelijk onderzoek
H4 Voortplanting
PO voor cijfer
Toets in PWW2: H3 en H4
Slide 2 - Diapositive
Doel 3.1 en 3.2
Je leert hoe je op de juiste manier een experimenteel onderzoek opzet
Je leert op welke verschillende manieren je gegevens kunt verzamelen en hoe je ze vastlegt
Slide 3 - Diapositive
Onderzoeksvraag
Een onderzoek begint met een onderzoeksvraag.
* het is één vraag en niet meerdere
* geen details over de uitvoering
* exact formuleren
* geen ja/ nee vraag
Slide 4 - Diapositive
Typen onderzoeken
Moeten er voor het onderzoek metingen plaats vinden?
Kwantitatief onderzoek
(wat je gaat meten staat in de onderzoeksvraag!)
Hoeven er geen metingen plaats te vinden?
Kwalitatief onderzoek
Slide 5 - Diapositive
Kwalitatief onderzoek
Wat vinden leerlingen van de AFB van het huidige lesrooster?
Interpretaties, meningen
Kwantitatief onderzoek
In hoeverre is er een verband tussen de starttijd van de lessen en de leeropbrengst van een 4V klas bij de wiskundeles.
Metingen
Slide 6 - Diapositive
Typen onderzoeken
Wordt er een experiment uitgevoerd in het onderzoek?Experimenteel onderzoek
Beschrijft het onderzoek een situatie zonder dat er wordt ingegrepen?
Beschrijvend onderzoek
Slide 7 - Diapositive
Beschrijvend onderzoek
Wat vinden leerlingen van de AFB van het huidige lesrooster?
De situatie wordt beschreven
Experimenteel onderzoek
In hoeverre is er een verband tussen de starttijd van de lessen en de leeropbrengst van een 4V klas bij de wiskundeles.
Er wordt een experiment uitgevoerd.
Slide 8 - Diapositive
Experimenteel onderzoek
Gecontroleerde omstandigheden
Eén factor verschil
Herhaalbaar
Controlegroep/ nulmeting
Steekproefgrootte
Blind/ dubbelblind onderzoek
Slide 9 - Diapositive
Variabelen
Bij een kwantitatief experimenteel onderzoek worden 2 variabelen meegenomen:
Onafhankelijke variabele: de factor die je als onderzoeker bepaalt
Afhankelijke variabele: de factor die je vervolgens gaat meten
Variabelen druk je altijd uit in een wetenschappelijke grootheid en eenheid (tabel 4 van de BINAS)
Slide 10 - Diapositive
Voorbeeld
In hoeverre is er een verband tussen de watertemperatuur en de groeisnelheid van algen?
Onafhankelijke variabele: watertemperatuur. Je kiest er een paar en voert het experiment uit bij die verschillende waarden.
Afhankelijke variabele: Groeisnelheid (hoe meet je die).
ALLE ANDERE DINGEN ZIJN HETZELFDE!
Slide 11 - Diapositive
Meten
Het is belangrijk om een juiste meetmethode te kiezen.
Wat is de foutmarge van het meetinstrument?
Meet het instrument ook inderdaad de variabele die je wilt meten?
Geeft de gemeten waarde ook een antwoord op je onderzoeksvraag?
Slide 12 - Diapositive
Causaliteit vs. correlatie
Slide 13 - Diapositive
Causaliteit vs. correlatie
Slide 14 - Diapositive
Onderzoeksverslag
Een onderzoeksverslag bestaat uit:
Inleiding (met onderzoeksvraag en hypothese)
Materiaal en methode
Resultaten
Conclusie
Discussie
Literatuurlijst
Slide 15 - Diapositive
Inleiding
In de inleiding van een onderzoeksverslag staat de theoretische achtergrond van je onderzoek. Wat is er al bekend?
Ook staat in de inleiding de onderzoeksvraag en de hypothese.
In de inleiding beschrijf je ook wat de (maatschappelijke) relevantie van je onderzoek is.
Slide 16 - Diapositive
Inleiding
Hypothese: het verwachtte antwoord op je onderzoeksvraag.
Dit is één zin, zonder verklaring/ onderbouwing.
Slide 17 - Diapositive
Theoretische achtergrond
Bronnen
Bij het beschijven van de theoretische achtergrond maak je zo veel mogelijk gebruik van wetenschappelijke bronnen (en niet wikipedia of andere vage websites). Zoek in google op google.scholar.com voor wetenschappelijke artikelen over je onderwerp. Review artikelen geven een globale samenvatting van de huidige stand van de wetenschap.
Slide 18 - Diapositive
Theoretische achtergrond
Bronnen
Die bronnen móet je noemen in je verslag zodat iedereen weet waar deze informatie vandaan komt. Als je dergelijke informatie in je verslag gebruikt zonder de bron te noemen wordt dit gezien als plagiaat.
Slide 19 - Diapositive
Materiaal en Methode
Je moet heel gedetailleerd beschrijven hoe je het experiment hebt uitgevoerd (methode) en welke spullen je daarvoor gebruikt hebt (materiaal).
Hiermee maak je het experiment herhaalbaar.
Slide 20 - Diapositive
0
Slide 21 - Vidéo
Resultaten
De resultaten presenteer je zo duidelijk mogelijk.
Als je grafieken/ tabellen gebruikt beschrijf je deze ook nog in tekst. Je trekt nog geen conclusie!!
Bij foto's: vermeld schaalaanduiding.
Bij microscopie: vermeld vergroting en schaalaanduiding.
Slide 22 - Diapositive
Conclusie
Welke conslusie kun je trekken uit de resultaten?
Was je hypothese wel of niet juist?
Een onderzoek waarbij de hypothese verworpen wordt is even waardevol als een onderzoek waarbij de hypothese kan worden aangenomen!
Slide 23 - Diapositive
Discussie
Wat is de verklaring van de gevonden resultaten?
Welke verbeterpunten zijn er voor dit onderzoek (betrouwbaarheid)?
Welke vervolgonderzoeken zouden interessant zijn?
Slide 24 - Diapositive
Literatuurlijst
In de literatuurlijst noem je álle gebruikte bronnen.
Slide 25 - Diapositive
Literatuurlijst
Deze vermeld je op alfabetische volgorde van de achternaam van auteur.
Kijk op (google HAN APA) voor de standaard om bronnen te benoemen (in de tekst) en de literatuurlijst op te bouwen.
Slide 26 - Diapositive
Doel 3.1 en 3.2
Je hebt geleerd hoe je op de juiste manier een experimenteel onderzoek opzet
Je hebt geleerd op welke verschillende manieren je gegevens kunt verzamelen en hoe je ze vastlegt