Lesopzet 80 minuten idee

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Hoe zit je vandaag in de les?

😒🙁😐🙂😃

Tien minuten lezen?

Herhaling vorige les:
In welke zin staan de aanhalingstekens ('...') goed?

1. 'Ik lust wel een stukje chocola bij de koffie, zei grootmoeder.'
2. 'Ik lust wel een stukje chocola bij de koffie', zei grootmoeder.
3. 'Ik lust wel een stukje chocola bij de koffie, 'zei grootmoeder.
4. Ik lust wel een stukje chocola bij de koffie, 'zei grootmoeder.'

Startvraag: Wat is het verschil tussen onderstaande woorden?
rode wijnglazen / rodewijnglazen

Aan elkaar of los?

Lesdoel

Aan het eind van de les...

1. weet je of je woorden los of aan elkaar schrijft..
2. kun je uitleggen waarom je woorden los of aan elkaar schrijft.

apps.noordhoff.nl

Video laten zien, tussendoor stilzetten en aanvullen. 

Aan elkaar of los?

1. lange termijn planning
2. langetermijnplanning
3. lange termijnplanning
4. langetermijn planning

Aan elkaar of los?

1. daar om heen
2. daaromheen
3. daarom heen
4. daar omheen

Aan elkaar of los?

1. Rodewijn
2. Rode wijn

Aan elkaar of los:
hier + tegen + over

1. Hiertegen over
2. Hier tegenover
3. Hier tegen over
4. Hiertegenover

Aan elkaar of los?

1. driemiljard
2. drie miljard

Aan elkaar of los?

1. zeven honderd dertien duizend
2. zevenhonderd dertienduizend
3. zevenhonderd der tien duizend
4. zevenhonderd dertien duizend

Aan elkaar of los?

1. bruinebonensoep
2. bruine bonensoep
3. bruine bonen soep

Aan elkaar of los?
laag opgeleid

Check in duo's: meerdere woorden onder elkaar in schrift schrijven. meekijken met elkaar: hoeveel had je er goed?

Aan elkaar of los?

Hij zat er over in.

langeafstandloper

hiertegenover

erover in

Aan elkaar of los?
goede grap

Aan elkaar of los?
wind dicht hard loop jack

Maak twee zinnen met de woorden koffie en kan. In zin 1 schrijf je de woorden aan elkaar, in de tweede zin los van elkaar.

Hoofd, schouders, knie en  voorwerp

• Vorm drietallen. Twee personen gaan tegenover elkaar staan, de derde is spelleider.
• De spelleider legt een etui tussen het tweetal.
• De spelleider roept afwisselend 'hoofd, schouders of knie'. De andere spelers proberen zo snel mogelijk het  genoemde aan te raken. 
• Als de spelleider 'etui' roept, proberen beide spelers zo snel mogelijk de etui te pakken. Wie de etui als eerste heeft, wint. De winnaar wisselt met de spelleider.

Aan de slag!

Schrijf een lopend verhaal van minimaal 100 woorden waarin je van elke regel minstens twee woorden gebruikt:

• samenstelling van drie woorden
• woorden gemaakt van er, hier, daar of waar + vz
• getallen met honderd en duizend
• samengestelde werkwoorden
• samengesteld bijv nw met een deelwoord als tweede deel

Aan de slag!

Wat: Schrijf je verhaal (zie slide hiervoor) in je schrift.

Hoe: Zelfstandig en in stilte

Tijd: 15 minuten

Hulp: Steek je vinger op als je er niet uit komt.

Klaar? Lezen in je leesboek

Resultaat: uitwisselen in groepjes

Uitwisselen teksten

Maak viertallen. Lees om de beurt je verhaal voor aan je groep. De luisteraars noteren van elk verhaal de aan elkaar geschreven woorden en controleren of alle categorieën in het verhaal voorkomen. 

In welke gevallen schrijf je de woorden aan elkaar of los?

Aan elkaar

Los

Bijv nw + zelfst nw

samenstellingen van drie woorden of minder

ser, hier, waar of daar + voorzetsel

Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.

Stel één vraag over iets wat je nog niet snapt.

Ik snap de theorie en kan aan de slag met de opdrachten.

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk voor volgende les:

Maak opdracht 1 t/m 3 van blz 194/195 in je schrift.