Werkwoordspelling (start)

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Je kent en herkent een werkwoord;
Je herkent de rol van het werkwoord.
Wat weet je nog?


Theorie: het werkwoord

Samen oefenen met werkwoorden

Zelfstandig leren

Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Diapositive

Hoeveel werkwoorden telt onderstaande zin?

Als achter vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen achterna.
A
4
B
3
C
2
D
1

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je de verschillende vormen van een werkwoord?
A
soorten
B
verschijningen
C
vervoegingen
D
verbuigingen

Slide 4 - Quiz

Wat is nooit een kenmerk van een werkwoord?
A
het heeft een verwijzende functie
B
het drukt een actie uit
C
het drukt een handeling uit
D
het drukt een eigenschap uit

Slide 5 - Quiz

Hoe goed ben je in werkwoordspelling?
A
Heel goed
B
Goed
C
Niet goed
D
Slecht

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Hoe herken je een werkwoord?

Kenmerken van werkwoorden


Slide 8 - Diapositive

persoonsvorm (tt en vt)
voltooid deelwoord/onvoltooid deelwoord
bijvoeglijk gebruikt werkwoord
infinitief
Engelse werkwoorden

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Stappenplan werkwoordspelling
1. Bepaal de werkwoordsoort

2. Bedenk welke spellingregel hoort bij de werkwoordsoort

3. Formuleer de juiste spelling

Slide 11 - Diapositive

Klassencode
V3D: jzlqh
H3A: uzpyd
H3C: jdqfp

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Hoeveel fouten heb je gemaakt bij de test?

Slide 14 - Question ouverte

Van welke werkwoordsoort wil je meer uitleg?

Slide 15 - Question ouverte