V4 U1 verbes in présent, passé composé, futur

V4 U1 verbes in présent, passé composé, futur
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

V4 U1 verbes in présent, passé composé, futur

Slide 1 - Diapositive

Kies de juiste vertaling:
wij bezitten
A
nous possédons
B
on possédons
C
vous possédez
D
ils possèdent

Slide 2 - Quiz

Kies de juiste vertaling:
jij zoekt
A
tu cherche
B
tu cherches
C
tu cherchent
D
tu as cherché

Slide 3 - Quiz

Geef de juiste Franse vorm:
(parler) zij spreekt

Slide 4 - Question ouverte

Geef de juiste Franse vorm:
jullie wonen

Slide 5 - Question ouverte

Ik ken de uitgangen van de regelmatige ww op -er op mijn duimpje ;-)
Ja
Nee

Slide 6 - Sondage

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Woorden die op passé composé duiden:
Hier = gisteren
La semaine dernière = vorige week
Il y a un an = een jaar geleden

Slide 10 - Diapositive

Geef de juiste Franse vorm:
ik heb geluisterd (écouter)

Slide 11 - Question ouverte

Geef de juiste Franse vorm:
hij heeft gezien (regarder)

Slide 12 - Question ouverte

Geef de juiste Franse vorm:
zij (mnl mv) zijn gebleven

Slide 13 - Question ouverte

Als je over de toekomst praat:
LE FUTUR = heel werkwoord + uitgangen
- ai
- as
-a
-ons
-ez
-ont

Slide 14 - Diapositive

Woorden die op de futur duiden:
Demain = morgen 
L'année prochaine = volgend jaar
Demain soir = morgenavond

Slide 15 - Diapositive

Geef de juiste Franse vorm:
ik zal reizen

Slide 16 - Question ouverte

Geef de juiste Franse vorm:
jij zult ontmoeten (rencontrer)

Slide 17 - Question ouverte

Geef de juiste Franse vorm:
zij (vrl mv) zullen zoeken (chercher)

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Voor de toets over U1
Je moet de volgende tijden weten:
PRÉSENT - PASSÉ COMPOSÉ - FUTUR (nog niet IMPARFAIT dus)

Van de volgende werkwoorden:
- regelm ww op -ER
- 4 onregelmatige ww: AVOIR, ETRE, FAIRE, ALLER

Slide 20 - Diapositive

Als een ww onregelmatig is:
- Leer de 6 VORMEN van de présent
- Leer 1 vorm (het voltooid deelwoord) van de passé composé
   (en welk hulpww gebruikt wordt: AVOIR of ETRE)
- Leer 1 vorm van de futur. Als je de eerste vorm weet, kun je de 
   rest afleiden!

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Maak nu om te oefenen:
Libre Service, Unité 1, Gramma 1, ex 18ABCD

Kies zelf: online of boek

Let op: op de toets op de manier van 18A + 18B

Slide 27 - Diapositive