Les 2 Ademhaling

• Engels
• MBO
• Studiejaar 1

Ademhaling H4

Vandaag

1) Les week 1 afmaken.

2) Herhalen. 

3) Korte pauze

4) Nieuw stukje theorie

5) DUO opdracht

6) Zelfstandig aan het werk

Quiz!

In 2- of 3-tallen

Beantwoord de vragen op je wisbordje

Doelen: 

1. De studenten kunnen de onderdelen van het ademhalingsstelsel benoemen.

2. De studenten kunnen de juiste volgorde van de luchtweg beschrijven.

3. De studenten benoemen de verschillen in ademhaling tussen cardio en krachtsport.

4. De studenten hebben de opdrachten gemaakt. 

0

Je haalt automatisch adem

1. Ja
2. Nee

Waar zitten je longen

1. In je buik
2. Achter je ribben
3. Vlakbij je lever
4. In je hoofd

In rust adem je het meeste door je

1. Mond
2. Neus

Wat is een ander woord voor zuurstof?

      De luchtweg

Luchtweg

1. Door de neus of mond

2. Door de luchtpijp.

3. De luchtpijp vertakt zich in bronchiën. 

4. De bronchiën vertakken zich in bronchiolen

5. De longblaasjes bevinden zich aan de uiteinde van de bronchiolen. Hier vind de uitwisseling van zuurstof en afvalstoffen plaats aan de haarvaten van de longen. 

Neus en mond holte

In de neus zitten zintuigen waarmee je kunt ruiken

Door het neusslijmvlies wordt de ingeademde lucht:

• Bevochtigd

• Verwarmd

• Stofdeeltjes blijven in het slijmvlies hangen

Daarom kun je beter door je neus inademen

De neusholte staat in verbinding met de neusbijholten (bovenkaak en voorhoofd)

In je mondholte zitten 2 openingen: Strottenhoofd en de slokdarm

Luchtpijp

Strottenhoofd is de opening naar de luchtpijp. 

De luchtpijp splitst zich op in 2 vertakkingen: Bronchiën. 1 richting de rechterlong en de ander richting de linker long. 

De bronchiën vertakken zich naar veel brochiolen. 

Luchtweg

Longen

Longblaasjes

De wand van de longblaasjes is heel dun, hierdoor kunnen bloed en lucht in contact met elkaar komen. Door deze wand wordt uit de ingeademde lucht zuurstof in het bloed opgenomen en kooldioxide uit het bloed aan de lucht afgestaan.

Dit kan door diffusie: een stof beweegt zich van een hoge concentratie naar een lage concentratie.

Uitwisseling in de longblaasjes

Hoe heet de vertakking van de luchtpijp?

1. Longblaasjes
2. Bronchiolen
3. Bronchiën
4. Vertakking

Hoe heet de opening van de luchtpijp?

Hoe heten de uiteindes van de bronchiolen?

1. Bronchiën
2. Luchtpijp
3. Haarvaten
4. Longblaasjes

Wat gebeurd
er in de
longblaasjes?

Hoe kan het dat er alleen in de longblaasjes de uitwisseling van stoffen kan plaatsvinden?

1. Omdat de wand van de longblaasjes heel dun is.
2. Omdat de druk hier het grootst is.
3. Omdat dit weefsel opgebouwd is uit cellen.
4. Waarom? Daarom.

1

2

3

4

5

6

Neus- of mondholte

Keelholte

Luchtpijp

Bronchiën

Bronchiolen

Long

blaasjes

Bronchiën, Bronchiolen en longblaasjes zijn onderdelen van de ?

Ademhalen en Sport

Als bewegingsleider coach je ook op ademhaling zoals:

Op adem komen: Handen achter je hoofd en ellebogen naar buiten. 

cardio	Krachtsport
Door de neus in, Door de mond uit.	In ademen tijdens excentrische fase even kort vasthouden en krachtig uitblazen tijdens concentrische fase van bewegen.

Wat gebeurt er in de neusholte met de ingeademde lucht?
(meerdere antwoorden)

1. Gefilterd
2. Bevochtigd
3. Verwarmd
4. Allemaal

Op welke manier kan je beter ademhalen?

1. Via je neus
2. Via je mond

Wat is diffusie?

1. Doorlatendheid van de wand.
2. Een stof beweegt zich van een hoge concentratie naar een lage concentratie.
3. Een stof wordt door de hoge druk vervoerd.
4. Een manier om stoffen te verbranden

Wat is een ander woord voor koolstofdioxide

Welke organen behoren o.a tot de ademhalingsweg?

1. Neus, luchtpijp & longen
2. Neusholte, luchtpijp en longblaasjes
3. Luchtpijp, keelholte en bronchien
4. Neus-keelholte, luchtpijp en longen

Duo-opdracht: 

Open je boekje

1. Ga op je blaadje liggen en kijk naar rechts of links. 

2. Laat je hoofd, schouders en een gedeelte van je borst omtekenen door je maatje. 

3. Teken de volledige luchtweg in. Dit moet qua grootte precies kloppen met je gezicht, hals en borst. 

4. Trek lijntjes naar de buitenzijde van het papier en benoem alle onderdelen + functies. 

Klaar?

Ga verder: 
1. Maak vraag 23,24,25 en 26. 

2. Vul de volgende kernwoorden in en geef in eigen woorden de definitie. 
Luchtweg, mondholte, neusholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, longen, longblaasjes, ademhaling bij krachtsport, ademhaling bij cardio. 

                                                             Niet af? = Huiswerk

Terugkoppeling

1. De studenten kunnen de onderdelen van het ademhalingsstelsel benoemen.

2. De studenten kunnen de juiste volgorde van de luchtweg beschrijven.

3. De studenten benoemen de verschillen in ademhaling tussen cardio en krachtsport. 

4. De studenten hebben de opdrachten gemaakt.