ANW H6 voortplanting bij planten 1F

ANW H6 voortplanting bij planten
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 300 min

Éléments de cette leçon

ANW H6 voortplanting bij planten

Slide 1 - Diapositive

Wat is voortplanting?

Slide 2 - Question ouverte

Wat heb je nodig voor voortplanting?

Slide 3 - Question ouverte

Voortplanting
Thema voortplanting

Slide 4 - Diapositive

Kan voortplanting ook anders dan met mannetjes en vrouwtjes? Weet je een voorbeeld, schrijf het op!

Slide 5 - Question ouverte

Wat is dan seks?

Slide 6 - Question ouverte

En wat is dan seksuele voortplanting?

Slide 7 - Question ouverte

Voortplanten bij dieren
Dieren van dezelfde soort kunnen 
zich voortplanten.

Hun jongen kunnen zich ook weer 
voortplanten.

Labrador + poedel = dezelfde soort.


Slide 8 - Diapositive

Voortplanting
Door celdeling

Ze kunnen zich heel snel voortplanten

Elke 20 minuten kunnen zich delen

Op de volgende dia zie je filmpje van de voortplanting

Slide 9 - Diapositive

Voortplanting plant

Een plant kan zich geslachtelijk= seksueel voortplanten.



Slide 10 - Diapositive

De gekleurde bladeren van een bloem, kroonbladeren, lokken insecten naar de bloem.

De groene bladeren, kelkbladeren, beschermen de bloem wanneer deze nog in de knop zit. 

De bouw van bloemen

Slide 11 - Diapositive

eenslachtige bloem:

  • alleen meeldraden (en geen stamper) --> mannelijke bloem
  • alleen stamper (en geen meeldraden) --> vrouwelijke bloem
tweeslachtige bloem:

  • meedraden en stamper in dezelfde bloem

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag!

Slide 13 - Diapositive

Bestuiving

Slide 14 - Diapositive

bloem
bloem
stengel
stengel
blad
blad
wortel

Slide 15 - Question de remorquage

Tweeslachtige bloem
Eenslachtige bloem (mannelijk)
Eenslachtige bloem (vrouwelijk)

Slide 16 - Question de remorquage

Vrouwelijke bloem
Mannelijke bloem
Meeldraden
Stamper

Slide 17 - Question de remorquage

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 18 - Question de remorquage

Bestuiving

Slide 19 - Diapositive

Hoe komt stuifmeel op de stamper?

Slide 20 - Diapositive

stuifmeel onder de microscoop

Slide 21 - Diapositive

allergie voor stuifmeel

Slide 22 - Diapositive

windbloem
insectenbloem
geen kroonbladeren
meeldraden hangen uit de bloem
Je ziet een mooie kleur, dus zeker weten een insektenbloem
!

Slide 23 - Diapositive

Stuifmeelbuis
  • Als het stuifmeel op de stempel van dezelfde soort valt groeit hieruit een buis dit noem je de stuifmeelbuis

  • De stuifmeelbuis groeit door de stijl en vruchtbeginsel naar het zaadbeginsel. 

  • De stuifmeelkorrels hebben een celkern (met DNA). Deze celkern zit aan het topje van de stuifmeelbuis. 


- vruchtbeginsel

Slide 24 - Diapositive

Bestuiving en bevruchting 


Bestuiving: 
Stuifmeel komt op de stamper


Bevruchting 
De celkern van de stuifmeelkorrel versmelt met de eicel. 

Stuifmeelkorrel
Stuifmeelbuis
zaadbeginsel

Slide 25 - Diapositive

Zelfbestuiving - Kruisbestuiving

Slide 26 - Diapositive

Leg uit wat bestuiven is

Slide 27 - Question ouverte

Leg uit wat bevruchten is bij een plant

Slide 28 - Question ouverte

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?
En bevruchting?
A
Wel bestuiving, geen bevruchting
B
Zowel bestuiving als bevruchting
C
Wel bevruchting, geen bestuiving
D
Geen bestuiving, geen bevruchting

Slide 29 - Quiz

Wat voor soort bestuiving is I?
R6
A
Zelfbestuiving
B
Kruisbestuiving
C
Geen bestuiving

Slide 30 - Quiz

Wat is bestuiving?
A
Het maken van zaadjes in bloemen.
B
Het overbrengen van stuifmeel van de meeldraden naar de stamper van een bloem.
C
Het eten van nectar door insecten.
D
Het laten groeien van bloemen.

Slide 31 - Quiz

Wat voor soort bestuiving is III?
A
Zelfbestuiving
B
Kruisbestuiving
C
Geen bestuiving

Slide 32 - Quiz

Heeft hier bestuiving plaatsgevonden?

A
ja
B
nee

Slide 33 - Quiz

Kringloop van fotosynthese en verbranding

Slide 34 - Diapositive

Koolstofdioxide
Zuurstof
Koolstofdioxide

Slide 36 - Diapositive

Kringloop
Bij verbranding gebeurt eigenlijk het tegenovergestelde van fotosynthese, dit is een voorbeeld van een kringloop. 

Slide 37 - Diapositive

Kringloop van fotosynthese en verbranding
De stoffen die bij de fotosynthese ontstaan, worden gebruikt tijdens de verbranding en andersom.

Slide 38 - Diapositive

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 39 - Quiz

Bij fotosynthese ....
A
Nemen planten zuurstof op en geven CO2 af
B
Nemen planten koolstof op en geven zuurstof af
C
Nemen planten C02 op en geven zuurstof af
D
nemen planten koolstof op en geven CO2 af

Slide 40 - Quiz

Wat is fotosynthese?
A
het maken van voedsel
B
het maken van water
C
het maken van glucose en zuurstof
D
Het maken van koolstofdioxide

Slide 41 - Quiz

Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof -> koolstofdioxide + water + energie
B
koolstofdioxide + water -> glucose + zuurstof + energie
C
koolstofdioxide + glucose + energie -> zuurstof + water
D
glucose + water + energie -> koolstofdioxide + zuurstof

Slide 42 - Quiz

Wie doen er aan verbranding?
A
Alleen planten
B
Alleen dieren
C
Planten en dieren
D
Alle levende organismen

Slide 43 - Quiz

Wat heb je nodig voor de verbranding en wat komt vrij bij verbranding?
A
Nodig: Water Komt vrij: energie
B
Nodig: zuurstof Komt vrij: energie
C
Nodig: Brandstof Komt vrij: Zuurstof
D
Nodig: koolstofdioxide Komt vrij: energie

Slide 44 - Quiz