Les 11 §9 pvvt sterke ww H1D


Lesplanning
* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige lessen
* huiswerk bespreken
* theorie §9 pvvt sterke ww
* oefeningen §9


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* de persoonsvorm in de verleden tijd van zwakke werkwoorden correct spellen.
* de persoonsvorm in de verleden tijd van sterke werkwoorden correct spellen.

timer
10:00
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon


Lesplanning
* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige lessen
* huiswerk bespreken
* theorie §9 pvvt sterke ww
* oefeningen §9


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* de persoonsvorm in de verleden tijd van zwakke werkwoorden correct spellen.
* de persoonsvorm in de verleden tijd van sterke werkwoorden correct spellen.

timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Vragen
Pak je laptop erbij en log in.

Slide 2 - Diapositive

Mijn moeder ______ (horen) niets.
(pvvt)

A
hoorde
B
hoort
C
hoor
D
hoorden

Slide 3 - Quiz

Het succes van deze gadget ______ (verbazen) mij. (pvvt)
A
verbaasde
B
verbaasten
C
verbaaste
D
verbaazden

Slide 4 - Quiz

Annie ______ (verstuiken) haar enkel.
(pvvt)
A
verstuikte
B
verstuikde
C
verstuikt
D
verstuikten

Slide 5 - Quiz

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Welk woord in de zin is de persoonsvorm?
Ik fiets op mijn fiets naar school.
A
fiets (1e woord)
B
fiets (2e woord)
C
Ik
D
school

Slide 7 - Quiz

Huiswerk bespreken

Opdracht 1 van C7 §9 pvvt sterke ww (online)

Slide 8 - Diapositive

Persoonsvorm verleden tijd
sterke werkwoorden

Pak je schrift en een pen erbij. We maken aantekeningen van de theorie.

Slide 9 - Diapositive

Sterke werkwoorden
De sterke werkwoorden veranderen van klank als ze van tijd veranderen.

Slide 10 - Diapositive

PVVT (sterk ww) / d of t
Hoe weet je wanneer je een -d of een -t schrijft aan het einde van het werkwoord?

  • maak het woord langer (verlengproef)
  • voorbeeld: had - hadden

Slide 11 - Diapositive

Regels pvvt (sterk ww)
  • Schrijf het woord zo kort mogelijk.
  • Gebruik geen dubbele letters (-dd of -tt), behalve als dat nodig is voor de uitspraak.

Voorbeeld: hebben - had - hadden

Slide 12 - Diapositive

Sterke werkwoorden

Slide 13 - Diapositive

Laptop weer nodig

Slide 14 - Diapositive

Sterk of zwak werkwoord?

Het vliegtuig vloog
A
sterk
B
zwak

Slide 15 - Quiz

Blijft de klank van
SNOEPEN
in de verleden tijd hetzelfde?
A
JA, het is een zwak werkwoord
B
NEE, het is een sterk werkwoord

Slide 16 - Quiz

Blijft de klank van
KOPEN
in de verleden tijd hetzelfde?
A
JA, het is een zwak werkwoord
B
NEE, het is een sterk werkwoord

Slide 17 - Quiz

Waar of niet waar: In de verleden tijd schrijf je een sterk werkwoord zo kort mogelijk op.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Schrijf de juiste wijze (vt):

Na de les (melden) zich wel tien leerlingen.

Slide 19 - Question ouverte

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maak de 3 trainingsopdrachten sterke ww
Cursus 7 - §9 PVVT sterk ww
(rechterkolom 'trainen')
Hoe:
Nieuw Nederlands online 
Je mag fluisterend overleggen.
Hulp:
Theorie uit je boek en/of schema werkwoordspelling
Tijd:
20 minuten
Klaar:
Keuze 1: Lees de theorie van §10 en maak opdracht 1
Keuze 2: Ga naar het vwo-boek online (via boekenplank) en maak de opdrachten van §9.
timer
20:00

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk
Vrijdag 29-11:
Toets spelling
§1 t/m 4 + §7 t/m 10

Slide 21 - Diapositive

Schrijf de juiste wijze (vt):
Wij (genieten) ...... van de spannende film.

Slide 22 - Question ouverte

Schrijf de juiste wijze (vt):
Kim (leiden) me van het werk af.

Slide 23 - Question ouverte

Welke vragen heb je nog?

Slide 24 - Question ouverte

Ik kan de verleden tijd van zwakke werkwoorden correct spellen.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 25 - Sondage

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage