Klassenquiz week 4

KLASSENQUIZ 3A - week 4
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

KLASSENQUIZ 3A - week 4

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Week 4

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Bij welke organisatie blijkt een groot datalek te zijn?
A
Het Ministerie van Volksgezondheid
B
De GGD
C
De Tweede Kamer
D
De Politie

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wie sprak relschoppers aan met: "Ben je blij met je gestolen spullen?"
A
Premier Rutte
B
Burgemeester Halsema (Amsterdam)
C
200Minister Grapperhaus (Justitie)
D
Burgemeester Aboutaleb (Rotterdam)

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke dieren moeten door geldproblemen weg bij Artis?
A
Leeuwen
B
Olifanten
C
Giraffes
D
Neushoorns

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoeveel mensen zijn er welkom bij NEC-De Graafschap, als test voor veilige evenementen?
A
500 mensen
B
1500 mensen
C
2500 mensen
D
3500 mensen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De verleden tijd



Zwakke en sterke werkwoorden

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwakke werkwoorden blijven in een andere tijd hetzelfde klinken.



Bijvoorbeeld:
wacht - wachtte
dans - danste
kook - kookte
teken - tekende

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterke

werkwoorden


hebben de

KRACHT

om in de verleden tijd

van klank te veranderen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterk of zwak?

DENKEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sterk of zwak?

WENSEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

TT: Ik fiets.
VT: ...

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

TT: Loes verft mijn haren.
VT: ...

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


VT: Hij ... (rekenen) het bedrag uit.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


VT: Ik ... (koken) pasta.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


VT: De ridders ... (leven) vroeger.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Momentje  nadenken

Slide 17 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
Heb je de regels goed genoteerd?
Welke vragen heb je nog? Die kun je bij de volgende dia invullen.
Wat is een recensie?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leestekens

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een leesteken is een teken voor het lezen.

. = zin is afgelopen
? = zin is een vraag
! = zin met nadruk lezen
, = pauze
H = begin van de zin óf naam
Jan, dit boek is leuk.
Vind jij dat ook, Marie?
Zeker!

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kom gauw jeroen zit in de kantine
Sleep de leestekens naar juiste plaats
HOOFD-
LETTER
HOOFD-
LETTER
.
.
?
?
!
!
,
,

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik vond deze quiz leuk!
JA
NEE

Slide 22 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind je goed gaan / wat vind je fijn tijdens de online lessen?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke tips heb je voor de online lessen? Wat mis je nog of kan beter?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions